IHub is een oase van moderne orde in de verder zo chaotische Keniaanse hoofdstad Nairobi. Verzonken in hun beeldschermen werken jonge technologen met koptelefoons aan nieuwe apps. Verderop staat een voetbaltafel voor wat ontspanning. Rachel Gichinga van iHub bestelt een espresso aan de bar. „Koffie is een essentieel onderdeel van de digitale tijd”, lacht ze. Vroeger dronken Kenianen nooit koffie. Tegenwoordig hangen jongeren uit de middenklasse rond in koffiehuizen met gratis wifi.
In de iHub worden technologische vernieuwingen bedacht die wereldwijd navolging vinden. Langzaam schudt Afrika het aanzien van achtergebleven werelddeel van zich af. Het continent dat zo lang als verloren werd gekenschetst, ontwikkelt zich nu tot een mondiale trendsetter voor innovatieve applicaties in de communicatietechnologie, in bankieren, in de landbouw en andere sectoren.
Kenia probeert voorop te lopen. Zo begon het als eerste land in 2007 met M-pesa, een gemakkelijke manier om met de mobiele telefoon geld over te maken. M-pesa ontketende een revolutie: 31 procent van het Keniaanse bruto binnenlands product gaat nu via mobiele telefoons en er zijn nu tachtig gelijksoortige systemen in en buiten Afrika opgezet. Sinds kort kan er met M-pesa ook worden gespaard. In Kenia werd ook als eerste een oplaadbare ziektekostenverzekeringskaart ingevoerd voor de armen. Er wordt gewerkt aan communicatietechnologie voor boeren, veehouders en scholieren.
Eric Schmidt, topman van Google, zei onlangs bij een bezoek aan Kenia: „Nairobi komt op als een serieus technologisch centrum en wordt mogelijk de aanvoerder van Afrika”. Hij bezocht ondermeer iHub. In het gebouw van glas en beton, dat langs één van de drukste wegen van Nairobi ligt, bezet iHub twee verdiepingen. „Dit is de kweekvijver voor webontwerpers en sociale ondernemers. Hier worden de ideeën geboren”, vertelt een medewerker.
Directeur van iHub is Jimmy Gitonga. „Altijd liep Afrika achter, altijd hoorden we dat we technologische hulp van buiten nodig hadden. Maar in het digitale tijdperk staan we op gelijke voet met andere werelddelen”, zegt hij vol vertrouwen. „Vroeger hoorden we altijd dat Afrika geen industrialisering had doorgemaakt. Ik zeg u: Afrika slaat de industriële revolutie over. We springen rechtstreeks in het digitale tijdperk.”
Kenia kreeg in maart met Uhuru Kenyatta (51) een dynamische president. „De overgang van het analoge naar het digitale tijdperk”, noemde Kenyatta zijn verkiezing. Hij belooft alle kinderen die volgend jaar naar de basisschool gaan een gratis computer op zonne-energie. Een krant reageerde per spotprent: ondervoed kind neemt hap uit computer.
„Een flauwe cartoon”, sniert Rachel Gichinga. „We boeken nooit vooruitgang als we eerst moeten zorgen dat ieder kind voldoende te eten heeft. Het plan van Kenyatta is geweldig. Hoewel het beter zou zijn om tablets aan de leerlingen te geven. Die zijn makkelijker in gebruik en goedkoper dan computers.”
Toegang tot onderwijs is voor iedere Afrikaan nog steeds prioriteit. Eenderde van de Keniaanse begroting gaat naar onderwijs. De overheid voerde ruim tien jaar geleden gratis onderwijs in, waardoor honderdduizenden kinderen meer naar school gaan, maar de kwaliteit afneemt. Volgens een recent onderzoek kan 90 procent van de leraren niet met computers omgaan. „We werken aan gemakkelijke onderwijsprogramma’s voor de tablets”, vertelt Rachel. „Met de nieuwe technologie is alles mogelijk.”
In 2000 waren 200.000 Kenianen aangesloten op het internet, nu meer dan één miljoen. Daarbij heeft Kenia het computertijdperk gewoon overgeslagen: 30 procent van de Kenianen heeft internet op de mobiele telefoon. „We willen bij iHub simpele apps ontwikkelen voor mobieltjes”, zegt Rachel. „Zoals: ik ben mijn koe kwijt. Is er een manier om snel informatie te krijgen over het zoekgeraakte beest?” Een ander voorbeeld: „We werken aan een app zodat boeren de prijzen van groentes in Nairobi kunnen weten en er op inspelen. Dat geeft ze controle over de prijzen die ze voor hun producten krijgen.”
Kenia maakt plannen om Konza Techno City te bouwen, een futuristische zakenstad. In 2017 moet de ICT-sector 25 procent van het bruto binnenlands product leveren. Deze ambitie lijkt soms te hoog gegrepen. Bij de verkiezingen in maart sloeg het digitale telsysteem van de verkiezingscommissie op tilt en begon de computer stemmen te verachtvoudigen. Het deed het digitale aanzien van Kenia geen goed. „Het goede en slechte van Kenia kwamen bij de verkiezingen samen: een goed digitaal telsysteem maar beheerd door corrupte ambtenaren”, schimpt iHub-directeur Jimmy Gitonga.
„Er zullen nog wel een tijdje twee Kenia’s naast elkaar bestaan: het traditionele en het moderne”, zegt Gitonga . „In Afrika zitten we nog in de fase van staatsvorming. We zoeken nog uit wie we zijn en hoe we als stammen met elkaar om moeten gaan”.
In de steden ontstond de afgelopen jaren Sheng, een jongerentaal met invloeden uit Kiswahili, Engels en tribale talen. „Bij iHub willen we Sheng als officiële taal in de computer invoeren. Zo werken we aan eenheid, zo ontwikkelen we een Keniaanse natie. Het digitale tijdperk helpt ons daarbij.”