De carnavalsstemming in Khartoum sloeg deze week om in grimmigheid nadat onderdelen van het leger op betogers schoten. Het wachten is op een akkoord tussen burgerdemonstranten en het leger. De Soedanezen schreven geschiedenis met hun opstand
Net over de brug waar de Witte en de Blauwe Nijl samenvloeien, ligt een brede straat in Omdurman waar de volksopstand in december maanden geleden begon. De straat leidt naar de tombe van Afrika’s eerste bevrijder tegen witte overheersing. In Omdurman, een met lemen muren omgorde oude stad vlak bij de Soedanese hoofdstad Khartoum, heerste in 1885 de Mahdi, de uitverkorene. Hij smeedde eenheid onder Soedans stammen en verjoeg vervolgens met een gigantisch leger de Brits/Turkse bezetter. Daarmee vestigde hij voor Afrika het voorbeeld van volksverzet.
In 1965 en 1985 brachten burgers met demonstraties militaire regimes ten val. In die traditie van verzet volgde vorige maand de tot nu toe grootste show van volksmacht in Soedan. Na drie maanden van kleine maar goed georganiseerde betogingen groeide de massa aan tot één miljoen, een overmacht die de dertig jaar oude dictatuur van moslimfundamentalisten ineen deed storten.
De kracht van de aantallen maakte een einde aan president Omar al-Bashir. De brede straat in Omdurman stond wekenlang in brand, vertellen de winkeliers. De woede tegen Bashir ontstak toen de broodprijzen omhooggingen en daarom interviewde ik Saleh de bakker. Ik verwachtte een verslag van een angstige middenstander klem tussen overheid en betogers die zijn zaak wilden bestormen. Want zo gaat het bij staatsgrepen en opstanden in Afrika: in de chaos ontstaat er het feest van vrij winkelen. Maar niet in Soedan. “De betogers beschermden mijn bakkerij en het benzinestation verderop. We leren andere Afrikaanse landen hoe een revolutie moet plaatsvinden”.
De magie van de revolutie. Bevrijd van hun eigen angsten ervaren de onthutste Soedanezen de opstand als iets bovennatuurlijks. Er hangt inderdaad iets heel bijzonders in de lucht, ik voel iets unieks, hier wordt geschiedenis gemaakt. “De revolutie is dat iedereen weer gelijk is”, scanderen jonge betogers. Om de arabisering van Soedan onder Bashir te veroordelen, laten ze die kreet volgen door: “dit is een Afrikaanse revolutie. Soedan is geen Arabisch land”.
Mijn blik valt op stapels stenen bij een onaf gebouw. Dat betekent gevaar, heb ik geleerd bij opstanden elders in Afrika. Want stenen zijn de wapens van het schorem, van de tienduizenden op straat levende Afrikanen. Het eerste wat ordetroepen doen bij onrust in landen bezuiden de Sahara is ze opruimen. In Khartoum blijven de stenen echter onaangeroerd. De betogers wandelen verder naar de sit-in bij het militaire hoofdkwartier. Daar vegen jongeren de straten schoon, ze regelen het verkeer, ze fouilleren de bezoekers bij de sit-in, ze koken voor de betogers en straatkinderen ruimen het afval.
Ik versloeg vele staatsgrepen mee in Afrika, schreef over de plunderingen en de gewelddadige politieke en tribale afrekeningen die in het kielzog volgden. Maar zo’n eenheid als nu in Soedan, zo’n volksorde maakte ik maar een keer eerder mee. Ik stond in 2011 in de koude wind van de Middellandse Zee in de Libische stad Benghazi tussen duizenden betogers. Het volk had zich na 42 jaar bevrijd van de dictatuur van Gaddafi. Er waren geen agenten of militairen meer te bekennen, het verkeer werd geregeld door vrijwilligers.
In tentjes verstrekten inwoners van Benghazi gratis thee, koffie en broodjes. Bij de overname van de stad werd nauwelijks geplunderd. Supermarkten en andere winkels bleven onaangetast. Jongeren controleerden het verkeer en na betogingen veegden ze de straten schoon. In het door eeuwenoude clans gestructureerde Libië hield de eenheid echter niet stand en het land verviel in een poel van wanhoop.
Is het de afwezigheid van drank in de islamitische wereld die deze opstanden zo vreedzaam maakten? Of is de bindende factor internet? Soedan had altijd een beter ontwikkeld politiek klimaat dan andere Afrikaanse staten, dankszij de Mahdi. De hoge mate van organisatie valt op. Soedanezen in de diaspora hielpen bij het uitzetten van de strategie en binnenlands toonden de illegale vakbonden hun organisatietalenten. Zo brachten ze een unieke volksopstand teweeg, een van de meest memorabele momenten van mijn correspondentschap.
Alle foto’s werden gemaakt rond het weekend van de elfde mei 2019 door Petterik Wiggers in Khartoum