‘In de cel schreef ik op stukjes karton en wc-papier’
Eskinder Nega is gespannen. Volgende week reist de Ethiopische journalist na zes jaar in gevangenschap in Ethiopië naar de Verenigde Staten om daar zijn elf jaar oude zoon Nafkot te ontmoeten. Dat maakt hem zenuwachtig, want hij kent zijn zoon nauwelijks. Nafkot werd geboren in de gevangenis in de Ethiopische hoofdstad Addis Abeba, toen zijn vader en zijn moeder gevangen zaten. „Zou hij me herkennen?”, piekert Eskinder Nega. „Hij kent me alleen als een legende, als een van de beroemdste politieke gevangenen van Ethiopië. Maar ik heb ook mijn zwakheden en vele fouten. Zal hij die accepteren?”
Wat opvalt in een gesprek met Eskinder Nega is hoe humaan hij is gebleven. Na zovele jaren van treiterijen in de gevangenis zou menig ander wild om zich heen slaan en agressief gedrag vertonen. Negen keer ging Eskinder Nega achter de tralies sinds hij begin jaren negentig uit Amerika terugkeerde naar zijn geboorteland. De laatste keer in 2011 op beschuldiging van terrorisme. In februari kwam hij met honderden andere politieke gevangenen onverwacht vrij, nadat het Ethiopische bewind was begonnen met opmerkelijke hervormingen. De nieuwe premier Abiy Ahmed sloot de beruchte Kaliti-gevangenis, waar Eskinder jarenlang vast zat.
Na de val wereldwijd van de communistische regimes begin jaren negentig, waaronder dat van de Ethiopische militaire marxist Mengistu Haile Mariam, verwachtte Eskinder Nega verandering. „Het einde van de tirannie kwam in zicht en ik begon met mijn echtgenote de eerste onafhankelijke krant in de Ethiopische geschiedenis”, vertelt hij tijdens een kort bezoek aan Nairobi. „Mengistu’s opvolger Meles Zenawi bleek echter een leninist, stond geen oppositie toe en sloot mijn krant.”
De premier zette hem en zijn vrouw Serkalem Fasil in 2005 zeventien maanden achter de tralies wegens hoogverraad. „Ik hoorde in de gevangenis dat ze zwanger was. En later dat ze van onze zoon bevallen was”. Na zijn vrijlating gingen vrouw en kind uit veiligheidsoverwegingen naar Amerika, maar de vader wilde niet vertrekken. „Om in Ethiopië een oprechte journalist te wezen, moet je activist zijn.” Hij werd een blogger en belandde onvermijdelijk weer in de gevangenis.
In 2009 had de partij van Meles Zenawi een draconische antiterrorismewet aangenomen. Die wet maakte kritische journalisten tot terroristen. In 2011 werd hij onder deze wet tot 18 jaar veroordeeld. PEN, de internationale organisatie voor de vrijheid van schrijvers, gaf hem in 2012 de Freedom to Write Award. Hij bleef schrijven, ook in de gevangenis.
„De gevangenisleiding wilden dat ik stopte met schrijven. Maar ik weigerde en daarom werd ik gebrandmerkt als onruststoker die gescheiden moest leven van de andere gedetineerden. Ik kreeg pen noch papier en mijn boeken pakten ze af. Maar soms slaagde ik erin om schijfgerei binnen te smokkelen. Ook schreef ik op ieder stukje papier of karton, ook op toiletpapier. Zo werd mijn leven in de gevangenis een dagelijks gevecht. Ik stopte nooit met schrijven. Want ik wist dat als ik daarmee zou stoppen mijn wilskracht zou worden gebroken. Als ik met schrijven was gestopt, had ik me onderworpen aan de tirannie.”
Volgens Eskinder Nega is democratie het doel van alle volkeren der aarde. „Als democratie kan werken in het diverse India, en zelfs in het door zijn geschiedenis sterk gepolariseerde Zuid-Afrika, waarom dat niet in Ethiopië? Wij zijn de oudste natie van Afrika en wij hielpen de Afrikaanse landen in de jaren zestig onafhankelijk worden. Wat een ironie dat we nu het laatste land op het continent zijn dat democratisch moet worden.”
Over de kans dat de nieuwe premier Abiy de natie in democratische vaarwateren kan sturen, uit Eskinder Nega zich optimistisch. Maar voorlopig blijft hij als journalist een activist. „Als de nieuwe premier terugkrabbelt, komen er weer grote demonstraties tegen de regering.” Hij wil gaan bloggen en stukken schrijven in kranten. „Bij de sociale media krijg je je informatie, bij de oude media als kranten de analyse. De sociale media zullen nooit de oude media elimineren. Ik wil actief zijn in alle media.”
Dit artikel werd gepubliceerd in NRC Handelsblad op Dinsdag, 8 mei 2018
Foto Ilona Eveleens