Gemarginaliseerde Afrikanen zoeken soelaas in afscheiding. In Kenia, Nigeria en Zambia steken separatistische sentimenten opnieuw de kop op. In Cameroun zag dit jaar een afscheidingsbeweging het licht die strijd voor de staat Ambazonia. Net als bij eerdere pogingen tot afscheiding op het door zijn onnatuurlijke grenzen geplaagde continent, leidt het conflict in Cameroun tot vluchtelingen, tot ingesleten standpunten en draconische repressie.
Al decennia slepende onvrede in het Engelssprekende westelijke gedeelte van het verder francofone Kameroen kwam dit jaar tot uitbarsting. President Paul Biya(35 jaar aan de macht) escaleerde het conflict in de afgelopen weken door eerst zijn opposanten in de regio “terroristen” te noemen en vervolgens een militair offensief te beginnen om de nieuwe rebellen uit te roken. De kans dat het conflict zich daardoor juist uitbreidt is aanzienlijk.
Duizenden naar Zuidoost Nigeria gevluchte bewoners van Cameroun vertellen over martelingen, verkrachtingen en executies van burgers door soldaten en politieagenten. De westelijke regio grenst aan een al even instabiele streek in Nigeria waar Nigeriaanse rebellen en criminelen vechten voor een groter aandeel in de olie-inkomsten. Er is dus geen gebrek aan wapens en daarmee bestaat het potentieel voor een grootschaliger conflict.
Biya’s militaire aanpak van het conflict tussen Engels- en Franstalig Cameroun kwam na een poging van Engelstalige activisten om op 1 oktober de onafhankelijke staat Ambazonia uit te roepen. De ordetroepen schoten toen tenminste veertig demonstranten dood, soms vanuit helikopters. Gefrustreerde jongeren grepen naar de wapens; bij bomaanslagen en schietpartijen de afgelopen weken doodden zij tenminste tien soldaten.
Na de compromisloze reactie van de overheid, na lukrake huiszoekingen en arrestaties, na wraakacties en de maandenlange afsluiting van het internet, ontstond er een afscheidingsbeweging. De vicieuzere cirkel begon. Als reactie op de eerste gewapende acties van deze groep zette de regering massaal het leger in en breidde operaties uit van de grote steden Bamenda en Buea naar de dichtbeboste berggebieden langs de grens met Nigeria. Volgens berichten zou het leger militaire operaties uitvoeren rond de stad Mamfe. Inwoners vrezen dat met dit offensief een burgeroorlog is begonnen.
Het conflict is niet tribaal. In de streek wonen vele kleine stammen. Wat hen verenigt is de afkeer van het goeddeels Franssprekende deel van Kameroen. Engelstalige bewoners klagen dat hun Franssprekende landgenoten altijd een streepje voor hebben. De oorsprong ligt in de koloniale tijd. Het protectoraat Cameroun ontstond in 1884, toen de Duitse regering met stamhoofden langs de kust een verdrag sloot. Na de Eerste Wereldoorlog werd het land verdeeld tussen Frankrijk en Engeland.
De koloniale machten bestuurden hun gebied elk op eigen wijze. Mede daardoor voelden de bewoners van het Engelstalige gedeelte zich anders dan de Franssprekenden. Maar de verschillen lijken te klein als argument voor een onafhankelijke staat. Vermoedelijk wil de meerderheid van de Engelstalige bewoners meer autonomie in een federale staat, zoals Cameroun vroeger was.
In Afrika, waar regeringen de koloniale grenzen respecteren, hebben recent onafhankelijk geworden staten niet geleid tot vrede maar oorlog. Eritrea werd in 1991 onafhankelijk, Zuid Soedan in 2011. Vlak bij Ambazonia in Nigeria ligt de andere schijnstaat Biafra. Tussen 1967 en 1970 stierven daar meer dan een miljoen burgers bij een strijd voor onafhankelijkheid.