Na de oneerlijke herverkiezing van Samia Suluhu Hassan braken dodelijke protesten uit in het eens zo kalme land. Tanzanianen kunnen niet meer geloven in hun unieke stabiliteit
Na de oneerlijke verkiezingen vorige week heeft Tanzania vlamgevat. Vorige maand werden algemene verkiezingen gehouden zonder oppositiepartijen. Voorafgaand werden tientallen tegenstanders van de regering door veiligheidsdiensten ontvoerd. President Samia Suluhu Hassan claimde afgelopen weekend een ongeloofwaardige zege: ze zou 98 procent van de stemmen hebben behaald, bij een opkomst van 87 procent.
Tijdens daaropvolgende protesten openden veiligheidstroepen het vuur, waarbij volgens de oppositie honderden doden vielen. Het waren geen willekeurige rellen en plunderingen, maar een berekende vergelding tegen degenen die het repressieve systeem van Hassan steunden. Doelwit waren partij- en regeringsgebouwen en bedrijven van beroemdheden die sympathiseren met de regeringspartij, zoals muzikant en actrice Shilole en influencer Sharobaro. Ook een studio in Dar es Salaam van de razend populaire muzikant Diamond Platnumz kwam in het vizier van de boze jongeren.
De demonstranten krijgen steun uit buurlanden. De geheime diensten van Kenia, Oeganda en Tanzania werkten al samen om dissidenten te ontvoeren en jeugdprotesten te onderdrukken. Nu slaan jongeren uit de drie landen ook de handen ineen, om hun regeringen uit te dagen.
Gen Z
Bij de grensplaats Namanga probeerden Keniaanse jongeren de oversteek te maken om zich aan te sluiten bij de opstand tegen de 65-jarige Hassan. De woede die vorig jaar in Kenia oplaaide tegen het machtsmisbruik van een decadente politieke elite groeit uit tot een kracht voor verandering in Oost-Afrika en daarbuiten. Nu bedreigt diezelfde Gen Z het eens zo stabiele Tanzania.

De bloedige rellen zijn zonder precedent in de geschiedenis van het land. Jarenlang stond Tanzania bekend als een van de kalmste en meest ordelijke samenlevingen van het continent. Dat imago was grotendeels te danken aan Julius Nyerere, een van Afrika’s meest prominente leiders van de onafhankelijkheidsstrijd. Zijn morele autoriteit hield het land bijeen, zelfs toen de economie in de jaren tachtig instortte, mede door zijn socialistische beleid. Zijn nederigheid gaf legitimiteit aan de macht: hij leefde bescheiden, predikte gelijkheid en trad in 1985 vrijwillig af.
In de tweede helft van de vorige eeuw gold Dar es Salaam als het politieke Mekka van Afrika, de bakermat van talloze bevrijdingsbewegingen. Oeganda’s latere president Yoweri Museveni studeerde er, en het Afrikaanse Nationale Congres van Nelson Mandela trainde er zijn vrijheidsstrijders. Tanzania was het epicentrum van Afrika’s luide roep om vrijheid en mensenrechten.
De eenheid van Tanzania werd bewaakt door de eenpartijstaat, met Nyerere als haar hogepriester. De elite ontleende haar legitimiteit aan Ujamaa (nationalisme) en Undugu (broederschap), socialistische idealen van gemeenschap en gelijkheid. Wat begon als een oproep tot saamhorigheid, veranderde geleidelijk in een instrument van controle.
Na Nyerere’s aftreden werd in 1992 het verbod op meer partijen opgeheven; de cultuur van gehoorzaamheid bleef. De regeringspartij Chama cha Mapinduzi (Partij van de Revolutie, CCM) behield haar greep op het land via lokale partijkantoren en politieke trouw. In die periode ontstond de partij van Tundu Lissu, de oppositieleider die pleit voor economische liberalisering en die eerder dit jaar door Hassan gevangen werd gezet.
Voortbouwend op het eenpartijstelsel dat sinds de onafhankelijkheid in 1962 bestond, beheersten door de regeringspartij CCM aangewezen kandidaten decennialang het presidentschap en het parlement. De grondwet gaf hun vrijwel onbeperkte macht. Anders dan in buurland Kenia is de rechtspraak in Tanzania niet onafhankelijk, is de kiescommissie partijdig en ontbreken een vrije pers en sterke burgerorganisaties.
Vragen over de talrijke ontvoeringen van leden van de oppositie vonden geen weerklank bij de media en evenmin bij de rechters. . Dat de vlam nu in de pan is geschoten, betekent een afrekening met decennia van gebroken beloftes van broederschap en rechtvaardigheid. President Hassan en haar partij hebben de verkiezingen weliswaar gewonnen, maar na de bloedige onderdrukking van het volksverzet hun legitimiteit verloren.

Geloofwaardigheid verloren
„Tanzanianen staan van binnen in brand”, zegt mensenrechtenactivist Tito Magoti. Tientallen jaren werd hun stilzwijgende volharding verward met acceptatie. Machthebbers verwezen neerbuigend naar de chaotische democratie in Kenia en de militaristische politiek van Oeganda om hun eigen orde te rechtvaardigen.
Nu de bevolking zich roert, kiest president Hassan voor harde repressie en luistert ze naar de conservatieve vleugel van haar partij. Een handreiking naar de oppositie ligt niet voor de hand. Toen ze dat eerder probeerde, zette ze de onderdrukking toch voort en verloor zo haar geloofwaardigheid. De druk van een jonge generatie die in een onafhankelijk Tanzania werd geboren maar in frustratie opgroeide, is te groot geworden. De jeugd heeft het initiatief genomen en Tanzania wacht een lange periode van instabiliteit, waar Hassan moeilijk ongeschonden uit zal komen.
Dit artikel verscheen eerder in NRC op 3-11-2025
