‘Viva Europa”, juichen de bewoners van Kodo. Want Neven Mimica, Europees commissaris van Internationale Samenwerking en Ontwikkeling, bezoekt hun dorpje in Niger. Hun hulde aan Europa drukt niet de hoop uit van honderdduizenden West-Afrikanen op een betere toekomst in Europa. Nee, de dorpsbewoners prijzen de fors toegenomen Europese hulp aan Niger. Daarmee wil de EU de voedingsbodem voor migratie en terrorisme verminderen.
Maar niet iedereen ziet daar het nut van in. „Jullie Europeanen begrijpen niets van Afrika”, sniert de Nigerese journalist Boureima Hama. „Migratie is big business in Niger, voor de politie, soldaten, ambtenaren en de regering. Dat stop je niet met extra ontwikkelingshulp.”
Hulp aan Afrika, en in het bijzonder aan de landen in de schrale Sahel, staat weer hoog op de internationale politieke agenda. De opdrogende regio ten zuiden van de Sahara was in de Europese perceptie een afgelegen gebied met extreme armoede en inheemse rebellieën. Erg, maar niet bedreigend.
Die visie is de afgelopen twee jaar drastisch bijgesteld. De Sahel wordt in Brussel nu gezien als een gevaarlijk gebied op de drempel van Europa. Tegen die achtergrond heeft het Europese Ontwikkelingsfonds voor 2014-2020 bijna 600 miljoen euro beschikbaar voor Niger (18 miljoen inwoners). Ook de militaire hulp neemt toe. De VN stuurden een vredesmacht naar Mali, Frankrijk stationeerde 3000 soldaten in de regio en Amerika levert drones en militaire adviseurs aan Niger.
Niger is het belangrijkste transitland en daarom cruciaal om de migrantenstroom uit West-Afrika in te dammen. Dit jaar zullen naar verwachting 120.000 migranten door het land trekken. Vorig jaar waren dat er 80.000. Via de noordelijke stad Agadez, het kruispunt van de migrantenroutes, trekken ze naar Noord-Afrika. Een groot aantal blijft in Libië en Algerije steken. Anderen proberen over de Middellandse Zee Europa te bereiken.
lle migranten zijn jongeren. Hassan Koroma uit Sierra Leone is 21 en wil rechten studeren. „Mijn vader verloor zijn baan en kon geen studiegeld betalen. Ik informeerde me op internet over de route naar Europa en mijn voetbalclub zamelde geld voor me in. Met 700 dollar ging ik op stap”, vertelt hij in de Nigerese hoofdstad Niamey.
West-Afrikanen mogen vrij reizen in de regio. Maar dat recht bleek voor hem niet te gelden. „Bij iedere grenspost, iedere wegversperring moest ik betalen. Deed ik dat niet, dan moest ik mijn broek uittrekken en gaven soldaten me zweepslagen. In Agadez had ik geen rooie cent meer. Ik heb gefaald. Maar als je geen hoop hebt, dan bereik je niets in het leven.”
De eeuwenoude stad Agadez was een bloeiend toeristencentrum, tot in 2012 radicale moslimgroepen aanslagen begonnen uit te voeren in Niger. Migranten namen de plaats van toeristen in. „In iedere herberg verblijven migranten en gidsen richten zich op de handel in migranten”, vertelt Dialo Salif (21) uit Ivoorkust. „Zij kopen voor ons de politie, soldaten en de burgemeester van Agadez om.” Na Agadez wordt de reis illegaal, want voor de landen in Noord Afrika hebben de migranten wel visums nodig. “Maar het eerste stuk van de reis na Agadez begeleidde een legerkonvooi ons. Tegen betaling”.
‘De corridor van de dood’ begint na Agadez. De eindeloze zandvlakte herbergt net zoveel gevaren als de tomeloos diepe zee. Honderden migranten stranden in de Sahara en komen om van de dorst. Volgens sommige hulporganisaties vallen er meer slachtoffers in de Sahara dan bij de oversteek op de Middellandse Zee.
Eenmaal in Zuid-Libië wachten andere uitdagingen. Volgens de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) in Niamey zitten duizenden migranten daar gevangen in ‘schuldhuizen’. „De smokkelaar zette me daar gevangen en nam mijn telefoon af”, zegt Salif. „Hij belde mijn ouders en eiste geld. Maar nadat ze dat hadden overgemaakt, weigerde hij me mee te nemen en moest ik terug naar Niger. Ik ben belazerd.” Met hulp van de IOM gaat Salif nu terug naar Ivoorkust.
Migratie is een natuurlijk fenomeen in de Sahel, al vele decennia. Na ieder regenseizoen trekken boeren naar buurlanden om bij te verdienen. Door de milieucrisis – door woestijnvorming verliest Niger ieder jaar honderdduizend hectare aan landbouwgrond – intensiveert die trend. Adama Ouedrago is een ontwikkelingsexpert van de Sahel. „Migratie naar Europa wordt aantrekkelijker door het nieuwe tijdperk van moderne communicatie”, zegt hij in Niamey. „Vroeger associeerden bewoners van het platteland elektriciteit en ander comfort met de stad. Daar leefden de rijken, dus trok je naar Niamey. Maar nu met televisie in de dorpen associëren ze rijkdom daar met Europa.”
Hoe valt die impuls om elders een beter leven te vinden te bedwingen? De EU en de Nigerese overheid stellen dat veiligheid (bedoeld wordt: bestrijding van terrorisme en mensensmokkel) de hoogste prioriteit heeft. De regering verdubbelde vorig jaar de defensiebegroting, maar gaf veel minder dan gepland uit aan ontwikkeling. „De Sahelzone verkeert structureel in crisis”, zegt Mahamadou Tarka, een naaste medewerker van president Mahamadou Issoufou. „Geef ons daarom het maximum aan hulp.”
Volgens Adama Ouedrago is dat de ezel achter de kar spannen. „De onveiligheid in de Sahel is het gevolg van slecht bestuur”, redeneert hij. „Het bestuursmodel dateert uit de Franse koloniale tijd. De macht ligt gecentraliseerd in de hoofdstad en de politieke elite daar heeft het contact verloren met het platteland. Zo stagneert de ontwikkeling in de periferie. Door meer geld naar defensie te sluizen, worden de elites versterkt en de onveiligheid juist vergroot.”
Niger is volgens de statistieken zo’n beetje het armste land ter wereld. Na vijftig jaar „onvoldoende succes van de ontwikkelingshulp aan Niger”, zoals Europees Commissaris Mimica het uitdrukt, gaat de EU het opnieuw proberen. Maar in die betrokkenheid schuilen ook gevaren. President Mahamadou Issoufou voegde zich in januari in Parijs bij de demonstratie tegen de aanslag op Charlie Hebdo. Nadat hij ‘Je suis Charlie’ had uitgesproken, staken woedende jongeren in het overwegend islamitische Niger tachtig kerken in brand in Niamey en Zinder.
Onder internationale druk ging het Nigerijnse leger dit jaar helpen bij de bestrijding van Boko Haram. Sindsdien heeft de Nigeriaanse terreurgroep haar activiteit geïntensiveerd op Nigerijns grondgebied en in de zuidelijke zone is de noodtoestand uitgeroepen. Het Nigerijnse leger misdraagt zich er tegen de bewoners, zonder noemenswaardig protest van Westerse donoren.
Ook het geven van ontwikkelingshulp is niet simpel en waardevrij. De westerse ontwikkelingslobby stuit op hardnekkige gewoontes. Onder de bevolking ontstaat bijvoorbeeld wrevel over campagnes voor geboortebeperking. De bevolkingsaanwas in Niger behoort tot de hoogste ter wereld. Gemiddeld baart iedere Nigerijnse vrouw meer dan zeven kinderen, meisjes trouwen gemiddeld op hun vijftiende.
Op het ministerie van Gezondheidszorg in het stadje Tillabéry valt de vraag slechts of oude gewoontes als polygamie bijdragen aan de sociale crisis. Een mannelijke ambtenaar laat zijn baardje door zijn hand glijden en trekt een gezicht van ‘weer zo’n domme blanke die onze cultuur niet begrijpt’. Waarna hij de vraag doorspeelt aan zijn vrouwelijke collega. „Polygamie en de bevolkingsexplosie hebben niets met elkaar te maken”, zegt ze.
Dit verhaal verscheen op 12-11-2015 in NRC Handelsblad