Fotografie Anja Ligtenberg
Op het schoolplein dansen roze en gele ballonnen aan de acaciabomen in de wind, onder de dreun van een discobeat. De schelle stemmen van Maasai-schoolmeisjes zwellen aan. Ze zingen eeuwenoude liedjes over moedige krijgers en gevaarlijke leeuwen. Maar de teksten zijn anders, want ze roepen op vrouwenbesnijdenis te verbannen naar de vuilnisbelt van de geschiedenis. Voor een groepsportret richten ze onbeschaamd hun bekken naar voren. Dan steken ze honderden kaarsen aan, onder de heldere sterrenhemel met afnemende maan. De jonge meisjes zijn nu klaar voor de gewichtige ceremonie van morgen: hun overgang naar het vrouw zijn. Maar daarbij zal dit keer geen bloed vloeien.
Een zebra veracht zijn eigen strepen niet. De Maasai, herdersvolk in Kenia en Tanzania, zijn trots en traditioneel. De tussen de één en twee miljoen Maasais hebben een cultuur zonder voordeuren, in hun onderkomens van modder en mest is ieder groepslid altijd welkom. Gezamenlijk ondergaan ze de rites voor de overgang van de ene naar de volgende leeftijdsgroep en samen krijgen ze onderricht in sociale vaardigheden, seksuele omgang en krijgskunst. Die gemeenschapzin maakte de Maasai sterk en gevreesd bij buurvolkeren en beschermde hen tot voor kort tegen de invloed van buiten. Maar nu is de revolutie begonnen en daar profiteren vooral de onderdanige vrouwen van de Maasai van. Want sinds zeven jaar wordt er campagne gevoerd tegen de amputatie van clitorissen. Er is zelfs door de ouderen een nieuwe ceremonie bedacht voor moderne meisjes: het grote alternatieve overgangsritueel.
De volgende ochtend wacht een haag met kleurige krijgers bij de ingang van de met doornige takken omheinde kraal. Ze maken verticale sprongen, de nek vooruit als kamelen, op een ritme van kreten onderuit de borst. Als een slingerende slang naderen de meisjes. In een opwaartse beweging met het bovenlijf gooien ze de stijve kettingen om hun hals tot aan hun kinnen de lucht in. Een hol geluid klinkt uit een koedoehoorn en de mannen bij de poort beginnen te zwaaien met vliegenmeppers van wildebeeststaarten. „Ngai, Ngai”, roepen ze – de zegening van God voor de meisjes. Nu zijn ze vrouw geworden en is het tijd om vlees te eten en te dansen.
“Ngai, ngai”, roepen de mannen als de meisjes de kraal binnenkomen
Voldaan kijkt de jonge vrouw Nice naar het schouwspel. „Ik ben de verandering”, zegt ze trots. Toen ze negen was werd ze bijna besneden. „Mijn grootouders haalden me van school voor de besnijdenis. In de vroege ochtend ontsnapte ik en verborg me in een boom. Ik huilde en huilde. In de avond bij terugkeer in mijn ouderlijke kraal wilde niemand meer met me omgaan. Ik was een outcast”. Maanden lang bleef ze zich verzetten, waarna de familie haar weer naar school liet gaan. Ze kreeg steun van leraren die meewerkten aan een actie van de medische organisatie Amref Flying Doctors tegen besnijdenis en ontsprong de dans. „Zo werd ik een rolmodel voor de Maasai”, lacht ze. In de afgelopen zeven jaar zijn 7.000 meisjes gered door de campagne van Amref Flying Doctors in een kwart van Maasailand.
Een aanvoerder van de ceremonie roept nu de menigte van mannen en vrouwen toe: „Dit is de enige kraal in de geschiedenis van de Maasai waar we onderwijs bepleiten.”
Onderwijs zette de waarden en gewoontes op de helling. De met droge rivierbeddingen doorkruiste steppe isoleerde nog geen dertig jaar geleden de Masaai van andere volkeren. De herders met hun rode omslagdoeken konden er leven als ze altijd hadden gedaan, met de zege van hun voorvaders. De Britten hadden geprobeerd verandering af te dwingen. De kolonisten vonden de wapperende doeken van de Maasaimannen te weinig gekleed en hun naakte lichamen eronder aanstootgevend. Daarom ontzegden ze mannen zonder onderbroek de toegang tot de stadjes en arresteerden groepen „naakte” krijgers. Om hun vrij te krijgen kochten familieleden één onderbroek, die een gedetineerde aantrok, zodat hij werd vrijgelaten. Eenmaal buiten de stad gaf hij zijn broek aan een kennis, die op zijn beurt er weer een familielid mee vrij kreeg. Na een week waren alle arrestanten vrij dankzij die ene onderbroek.
Na de onafhankelijkheid in de jaren zestig hielden de regeringen van Tanzania en Kenia weinig oog op de eigengereide nomaden. De Keniaanse Maasaileider Stanley Oloitipitip hield er in de jaren zeventig 27 vrouwen op na. Hij had een onbekend aantal kinderen en koeien. Hij organiseerde grote familiefeesten op kosten van de staat en verkondigde dat de Maasai zich nooit zou aanpassen. In die tijd leek het ondenkbaar dat er iets zou gaan schuiven in hun waardesysteem, en zeker niet ten gunste van vrouwen. Zij schikten zich in hun rol. Vrijwel iedere Maasaivrouw liet zich besnijden. Immers, een onbesneden man of vrouw is vies en blijft een kind.
Leden van meer vooruitstrevende stammen vestigden zich de afgelopen jaren in Maasai-land en begonnen er „in het hoofd van God te hakken”, oftewel, ze bedreven landbouw. Maasais gingen in de handel en commercialiseerden hun vee door koeien aan een slachthuis vlak bij de hoofdstad Nairobi te verkopen. De overheid bouwde wegen en basisscholen. En zo kwam de modernisering bij de Maasai dan toch op gang.
Peter Nguura van Amref Flying Doctors trekt van kraal naar kraal in de campagne tegen de vrouwenbesnijdenis. „De grootste tegenstand ondervinden we bij vrouwen”, vertelt hij. „Zijzelf werden besneden en nu weigeren ze hun dochter ervan te vrijwaren”. De vrouwenbesnijdenis wordt in familieverband gedaan. Er komt geen man aan te pas, het is een taak van oudere vrouwen. „Toen ik in een kraal eens een expliciete film liet zijn van hoe met mes of glas de clitoris zonder verdoving wordt weggesneden, wilden geschokte mannen met hun knuppels de vrouwen te lijf gaan. De mannen bleken zich nooit te hebben verdiept in de details van het vrouwenlichaam.” Een andere activist tegen besnijdenis loopt daarom ter voorlichting met een houten namaakvagina van kraal naar kraal.
Uit Nederland is professor Paul Mertens van de Erasmusuniversiteit overgekomen. Hij zet zich al jaren in tegen de besnijdenis die misschien al 5.000 jaar geleden onder de farao’s werd toegepast. Mondiaal zijn er tussen de honderd- en honderdveertig miljoen vrouwen besneden en jaarlijks ondergaan drie miljoen meisjes de ingreep, vooral in Afrika en het Midden Oosten en in Europa onder migranten. „Besnijdenis leidt tot ziektes en trauma’s. Soms bloeden de meisjes dood”.
Een jonge Samburu doet uit solidariteit een dansje mee
In Kenia is de gewoonte al jaren verboden, maar volgens cijfers van Unicef uit 2009 houden Kenianen van Somalische afkomst vast aan de oude gewoonte voor 98 procent van de vrouwen. Bij de Maasais is dat 73 procent. Van de 3.000 vroedvrouwen en besnijders in Maasai-land zien er pas 85 van af. Amref Flying Doctors voert campagne in een kwart van Maasailand met als gevolg dat in de afgelopen zeven jaar 7000 meisjes hun clitoris konden behouden.
Toen enkele Maasai-leiders toch hun dochters lieten besnijden, belandden ze korte tijd in de gevangenis. Hun medestanders organiseerden een betoging van tweeduizend moeders die scandeerden: “Zonder besnijdenis worden de Maasais door een vloek getroffen. Onze dochters en zonen zullen voortijdig sterven.” Menig Keniaanse Maasai laat in Tanzania stiekem bij zijn dochter de clitoris verwijderen.
De jonge krijger Lomomo neemt met een zuur gezicht het rituele dansen en springen waar. „Verdorie, mogen we nu ook al niet meer besnijden? Waar gaat dit naar toe” Zijn vriend Bonafice Nyamai ging wel naar school. „Zeur niet, we lopen toch ook niet meer in geitenvellen? Met deze alternatieve ceremonie keren we ons niet tegen onze cultuur maar bannen we een slechte gewoonte uit”.
Als Bonafice over Sigmund Freud begint te praten loopt zijn vriend hoofdschuddend weg. „Van Freud leerde ik hoe de hersenen werken. Het weghalen van de clitoris heeft een effect op de hersenen. Meisjes worden zo vernederd dat ze hun eigenwaarde verliezen. Ik zie in een groep vrouwen onmiddellijk wie wel en wie niet de ingreep onderging”.
Kantim Mwanik, stafchef van de gouverneur van de Keniase Maasai regio Kajiado, wijst op de gevaren voor politici. „Je neemt een risico dat het electoraat zich van je afkeert als je je ertegen uitspreekt”, zegt hij. Gaat hij zijn dochters besnijden? „Zeker niet, maar mijn grootouders veroordelen me daarvoor. Dan zeg ik snierend tegen ze: ‘hoe heeft jullie generatie het leven van de Maasai verbeterd?’”
Dat is het grote verschil tussen de oude en de nieuwe generatie: Het veranderde besef dat het leven niet de Maasai maakt, maar de Maasais het leven naar hun eigen hand kunnen zetten. Maar waar gaat dit allemaal toe leiden? Gaan huwelijken met jonge meisjes verdwijnen? Verdwijnt de bruidschap waarmee de vrouw aan de man wordt vastgeklonken? Komt er gelijkheid van mannen en vrouwen?
Simona, 12 jaar, is zojuist gezegend. Ze is nu vrouw. Ze blaakt van zelfverzekerdheid. „Wij beschikken over kennis waaraan het bij onze vaders ontbreekt”, zegt ze. „Over 20 jaar wordt geen Maasai-meisje meer besneden. We zullen dan niet gelijk aan mannen zijn. Nee, dankzij onze kennis zullen we boven de mannen staan”.
De ceremonie vond plaats op 28-8-2015 bij Rombo, niet ver van Loitokitok, aan de voet van de Kilimanjaro, het Huis van God. Dit verhaal verscheen eerder in NRC Handelsblad op 8-9-2015