Het lange regenseizoen is voorbij in Soedan en oorlog en hulp worden hervat. De opgedroogde zandwegen maken grootschalige oorlogshandelingen weer mogelijk en in de modder vastgelopen vrachtwagens gaan rijden om de slachtoffers bij te staan. In wat nu de grootste humanitaire crisis ter wereld wordt genoemd spelen echter niet de grote internationale hulporganisaties een hoofdrol. Soedanese jongeren in noodhulpruimtes (Emergency Response Rooms) houden hongerende burgers in leven en handelaren manoeuvreren door een reeks wegversperringen van milities om commerciële activiteit gaande te houden. Deze soepkeukens waren kandidaat voor de Nobelprijs voor de Vrede dit jaar. De twee strijdende partijen zijn de paramilitaire Rapid Support Forces (RSF) van Hemedti en het regeringsleger van president Burhan.
,,Het is verbazingwekkend hoe Soedanezen nog steeds manieren vinden om elkaar te helpen”, prijst een buitenlandse hulpverlener de zogenaamde noodkeukens. De internationale hulpverleners verlieten de hoofdstad Khartoem toen daar anderhalf jaar geleden de gevechten begonnen. Het regeringsleger en de RSF dwarsboomden vervolgens hun pogingen om noodhulp binnen te brengen, of ze stalen goederen. ,,Voedsel wordt door beide partijen gebruikt als een wapen”, zegt de hulpverlener. De Soedanese noodcomités proberen nu het vacuüm te vullen. Waar de vernietiging zodanig groot is en de bombardementen en gevechten zo hevig, brengen soepkeukens soelaas. De destructie in Khartoem en de satellietsteden Omdurman en Bahri maakt een normaal leven onmogelijk en woningen en hoge gebouwen zijn ingenomen door scherpschutters.
,,Zonder de Soedanese noodcomités waren we niet in staat geweest om iets te doen aan de uiterst kritieke voedselsituatie”, vertelt de hulpverlener. De samenwerking tussen de buitenlandse hulpverleners en de soepkeukens kwam moeizaam op gang. Want ter verantwoording van de besteding van hun gelden moeten de hulporganisaties strikte regels observeren. In een vernietigingsoorlog zoals in Soedan waar de buitenlanders nauwelijks meer bij de brandhaarden kunnen komen, vallen die niet na te komen. ,,We sluiten een overeenkomst met ieder voedselcomité en maken dan geld over. Ook maken Soedanezen in de diaspora geld over. Daarmee proberen ze plaatselijk voedsel te kopen”. Als ze dat lukt serveren de soepkeukens een warme maaltijd- meestal een magere pap van sorghum, linzen of bonen – een of twee keer per dag.
In Khartoem en omgeving opereren er enkele honderden noodhulpruimtes die een half miljoen families assisteren. Ook in de westelijke regio Darfur krijgen deze noodcomités sinds kort hulp van buitenlandse organisaties. De soepkeukens kwamen voort uit de Verzetscomités, die aan de basis lagen van de volksrevolutie die in 2019 de dertig jaar oude moslimfundamentalistische dictatuur van president Omar el Bashir ten val brachten.
Volgens de VN ervaart meer dan de helft van de bevolking van Soedan – 25,6 miljoen mensen –acute honger en heeft dringend hulp. In de zwaarst getroffen gebieden zijn bewoners ontheemd of belegerd in hun huizen. In ontheemdenkampen in Darfur is door de VN officieel een hongersnood uitgeroepen.
De noodcomités zouden niet kunnen werken zonder de inzet van handelaren. Soedan is beroemd om zijn transportsector. Aftandse maar mooi beschilderde vrachtwagens dringen op soms wekenlange reizen in vrijwel alle uithoeken door van het moeilijk begaanbare land, overal valt wel iets te verhandelen. De oorlog bemoeilijk het reizen maar beperkt gaat de handel door.
,,Vrachtwagenchauffeurs riskeren hun leven om ons handelswaren te leveren”, vertelt per telefoon de handelaar Al-Sadiq Fador (30) in het stadje Adilla in de regio Oost-Darfur. Fador was een leraar, maar alle scholen in Soedan sloten hun deuren, of zijn toevluchtsoord geworden voor ontheemden. “Onze regio staat onder controle van de RSF maar bij vele van de wegversperringen zwaaien geallieerde milities de scepter”, vertelt hij. De controleposten bestaan uit stukken hout die op autobanden zijn gelegd en worden bemand door losbandige militieleden met AK’47 die honderden dollars eisen om je te laten passeren. ,,Vrachtwagen gaan landbouwproducten uit onze regio verhandelen in Noord-Soedan. Dan moeten ze eerst bij de RSF belastingen betalen en vervolgens bij het regeringsleger. Ze moeten zelfs een religieuze belasting betalen.”
Zowel RSF als het regeringsleger richten hun peilen op de vrijwilligers van soepkeukens. RSF en regeringsleger werkten voor de oorlog samen om de Verzetscomités te ontmantelen en nu tonen ze zich uiterst wantrouwig jegens degenen van de soepkeukens, van wie velen ook in de Verzetscomités zaten. Beide partijen executeerden vrijwilligers op verdenking te heulen met de vijand. En als onderdeel van hun militaire strategie willen beide strijdende partijen voorkomen dat voedsel alle gebieden bereikt, ook die van de vijand.
Bij de reeks oorlogen sinds de onafhankelijkheid in 1956, zoals die in het inmiddels onafhankelijke Zuid Soedan, leverden internationale organisaties hulp af in alle gebieden, en dat gaf rebellen legitimiteit. De RSF, gesteund door de Verenigde Arabische Emiraten, controleert het meeste grondgebied. Het regeringsleger, gesteund door onder meer Egypte en Iran, heeft nog geen enkele grote overwinning behaald. Bij het begin van het droge seizoen en de opgelaaide gevechten, slaagden ze er in één brug van de Nijl over te steken maar wonnen nauwelijks terrein op de RSF. Beide partijen zeggen nog lang te willen doorvechten en tonen nauwelijks interesse in vredesbesprekingen. De noodzaak voor de noodhulpruimtes blijft bestaan.
Een oplossing van het conflict is mede zo moeilijk omdat het oorlogstoneel steeds verder versplinterd is geraakt. Zowel RSF als regeringsleger zetten milities in, en ook steeds meer buurlanden bemoeien zich met het conflict, zoals Eritrea en Tsjaad. Het RSF komt oorspronkelijk uit het westelijke Darfur maar breidde begin dit jaar verrassend zijn activiteiten uit ten oosten van de Nijl, waar de positie van het regeringsleger stabiel leek. Het maakt daarbij gebruik van plaatselijk geronselde strijders, die als beloning mogen plunderen. Bij het regeringsleger winnen moslimfundamentalisten aan invloed, degenen die met president Bashir in 2019 juist van de macht waren verdreven. Alle partijen begaan grove schendingen van mensenrechten. Het RSF maakt zich bovendien schuldig aan etnische zuiveringen, door zwart Afrikaanse volkeren uit te moorden, zoals vorig jaar het volk de Masalit in West Darfur, waarbij alleen al 15 000 burgers omkwamen. Het Internationaal strafhof (ICC) is naar die moordpartijen een onderzoek begonnen. In totaal zouden inmiddels 150 000 burgers zijn omgekomen door honger en geweld.