Het discours over Zuid Soedan gaat tegenwoordig over de vraag of er een genocide dreigt. De discussie is niet over de politiek, niet over de machtsstrijd, en zeker niet over de ontwikkeling van het land. Er dienen zich steeds meer verschrikkingen aan. Tribale haat kookt over.
Genocide vergt een goede organisatie door de overheid, zoals in 1994 in Rwanda. De machthebbers in Zuid Soedan tonen zich hopeloos onbekwaam en als ze de wil hebben is het zeer de vraag of zij een genocide kunnen organiseren. Maar in het aanrichten van bloedbaden zijn ze zeer bedreven, zoals in 2013 toen duizenden Nuers werden vermoord door soldaten van Dinka afkomst. En ook de oppositie weet van wanten, zie wat er gebeurde bij wraakacties tegen Dinka´s in Bor en Bentiu begin 2014.
Dus het blijft een academische discussie of er nu wel of niet een genocide dreigt. Het aantal grote bloedbaden is nu al groot.
Op straat liggen met hakmessen bewerkte kinderlijkjes en de verkoolde lijken van mensen wier handen en benen werden gebonden. Vrouwen zijn het slachtoffer van groepsverkrachtingen, mannen lopen het risico op willekeurige basis te worden opgepakt.
Dat is het jongste, gruwelijke beeld opgetekend door een verslaggever van het persbureau AP in Yei, een stadje zo’n 150 kilometer ten zuiden van de hoofdstad Juba. VN-topman Ban Ki-moon waarschuwt nu voor een groot risico op nieuwe massaslachtingen in Zuid-Soedan. De Verenigde Naties zijn niet in staat dat te voorkomen , voegt hij er aan toe.
Adama Dieng, speciale adviseur van de Verenigde Naties voor de preventie van genocide, was eerder in november al in Yei. Ook hij schetste een uiterst deprimerend beeld. De etnische haat en het tot doelwit maken van burgers kunnen leiden tot een genocide als er nu niet onmiddellijk wordt ingegrepen, luidde zijn alarmkreet.
De Zuid-Soedanese bevolking had zwaar te lijden ten tijde van de bevrijdingsoorlog tegen Soedan. Tussen 1983 en 2005 vielen meer dan een miljoen doden in de strijd tegen het gearabiseerde noorden. En de bevolking werd opnieuw slachtoffer toen in de jonge natie eind 2013 een burgeroorlog uitbrak tussen troepen van president Salva Kiir en zijn in juli afgezette vicepresident Riëk Machar met vermoedelijk tienduizenden doden.
En nu dienen zich dus nieuwe verschrikkingen aan. Want dit keer is er niet alleen sprake van een conventionele oorlog tussen de eenheden van president Kiir en die van zijn afgezette rivaal, maar voeren ook losbandige milities strijd. Bovendien, zo waarschuwen de VN, is er door het prediken van haat een klimaat ontstaan waarbij tribale wraakgevoelens over en weer gemakkelijk in grootschalig bloedvergieten kunnen ontaarden.
De toestand in en rond het stadje Yei spreekt boekdelen. Lange periodes tijdens de oorlog tegen het gearabiseerde Noord-Soedan en ook daarna heerste er vrede in de regio. Nu heeft de tribale haat ook deze regio bereikt. En ook Mundri, Torit en andere gebieden van Equatoria zijn onveilig geworden.
De journalist van AP noteerde verhalen over strijders die auto´s op de weg van Juba naar Yei aanhielden en leden van bepaalde stammen eruit haalden om hen te executeren. Burgers en plaatselijke ambtenaren vertelden over regeringssoldaten en in mindere mate rebellen die de bevolking terroriseren en mensen doden op basis van hun tribale achtergrond.
Yei ligt in de zuidelijke regio Equatoria. Dit is het vruchtbaarste gedeelte van het land en de inwoners bleven neutraal bij het in 2013 uitgebroken conflict tussen Salva Kiir (een Dinka) en Riëk Machar (een Nuer). Daar is een einde aan gekomen.
s Lands grootste stam, de Dinka s, monopoliseert onder Kiir en diens legerleider Paul Malong de macht en dat is de Equatorianen een doorn in het oog. Er bestaat geen verschil tussen de Dinka en de regering, vertelt een inwoner van Yei.
In 1991 begonnen Dinka´s hun traditionele woongebied ten noorden van Juba te ontvluchten naar Equatoria na een door de Nuer aangericht bloedbad onder Dinka´s in Bor. Dat leidde toen al tot spanningen, maar het neemt nu de vorm van een oorlog binnen een oorlog aan.
Rijke legercommandanten en ministers laten hun kuddes van duizenden koeien rond Yei grazen, waardoor de akkers van de lokale boeren worden kaalgevreten. Inwoners zeggen dat het leger slachtpartijen aanricht, de soldaten zijn volgens hen synoniem aan Dinka. Ook aan de oppositie verbonden rebellengroepen houden er huis.
Zo neemt de haat tegen de Dinka s gevaarlijke vormen aan. In de gebieden van ´s lands tweede stam, de Nuer, was die antipathie al groot en sinds legerleider Paul Malong hun leider Riëk Machar in juli uit de hoofdstad Juba verjoeg zinnen de Nuer op wraak tegen de Dinka s. Of dat tot een genocide zal leiden, is de vraag maar het gevaar is groot dat er heel veel slachtoffers gaan vallen .
Het vredesplan van de Oost/Afrikaanse regio voor Zuid-Soedan strandde in juli met de vlucht uit Juba van Riëk Machar. Hij staat nu buitenspel. Vanuit zijn ballingsoord in Zuid-Afrika probeerde hij onlangs naar Nuer-gebied in Zuid-Soedan terug te keren. De autoriteiten in Ethiopië en vervolgens in Soedan weigerden hem toegang en hij staat nu onder een soort huisarrest in Zuid Afrika.
De regio heeft partij gekozen voor Salva Kiir en misschien is Riëk Machar politiek uitgespeeld. Maar de Nuer zullen nooit accepteren dat hij is afgezet door een Dinka. De strijd tussen Dinka´s en Nuers gaat dus door, met alle risico´s van dien.
Dit artikel verscheen eerder (in een iets andere versie) in NRC Handelsblad op
15-11-2016