‘Kijk naar me. Zie je in mij een huwelijkspartner?’ Atia Yahya warmt zich in de lauwe winterzon op het terras van het pluche Serenahotel. Zij bestelt nog een glas bier. „Ik heb het geprobeerd, maar altijd nam ik weer de benen. Net als mijn zussen Zainab en Aisha. Wij willen zelfstandig zijn en we bleven vrijgezel.”
Atia (55), Aisha (50) en Zainab (47) zijn een opvallend stel. Een Afrikaan sticht een gezin om er oud mee te worden. Maar deze drie zussen laten zich niet door mannen binden, in de conservatieve machomaatschappij van Kenia banen ze zich een eigen weg. Zij zijn moderne, oudere vrouwen uit een islamitische familie in de betere middenklasse. In 1995 begonnen ze het reisbureau Travel Creations in de Keniaanse hoofdstad Nairobi. Atia en Zainab leven samen in één groot huis, Aisha alleen. „We kunnen veel van elkaar verdragen”, vertelt Atia, „zulke tolerantie werkt goed in een familiebedrijf. Vroeger, toen ik in een ander bedrijf werkte, gaf ik iedereen er van langs. In een familieonderneming leer je je in te houden.”
Zainab werkte eerst bij een ander reisbureau. Ze was valse beloftes over promotie beu en verlangde naar onafhankelijkheid. Zus Atia werkte in een verzekeringsbedrijf, Aisha bij een bank. Ze gaven Zainab advies en steun om een eigen bedrijfje te beginnen. Atia zette het boekhoudsysteem op, Aisha lette op de centen en Zainab deed het marktonderzoek.
„Zo groeide mijn reisbureau uit tot een familiebedrijf. We hadden geen businessplan maar we waren gedreven”, zegt Zainab. „We hebben nooit hoeven lenen van de bank. We doen het zonder hulp van buitenaf.”
Felle ogen achter een breed modern brilmontuur, gekleed in een mantelpak, gedreven door zelfverzekerdheid. Door hun opvallende verschijning veroveren de zussen zich overal makkelijk een plaats, of dat nu een borrel is waar Zaineb haar vliegtickets of toeristenreizen slijt of het Serenahotel waar Atia sport met hoge politici en hun echtgenotes.
In de avonduren glijden ze in kleurrijke Afrikaanse kledij. Ze opereren soepel in de formele zakenwereld, zonder verloochening van hun Afrikaanse flair.
„Mijn vader leerde me nooit méér op mijn bord te scheppen dan ik eten kon”, vertelt Atia, de oudste van de drie. Hij had haar op het hoogtepunt van de anti-koloniale opstand in de jaren vijftig naar het familiehuis gestuurd van haar grootouders op Zanzibar, voor de kust van het toen nog Britse Tanzania. Ze moest er werken: iedere dag de vis doodslaan, hout sprokkelen en eten maken. „Ik nam me voor in mijn leven nooit meer zelf een maaltijd te koken”, zegt ze als ze opschept aan het buffet in het Serena. „En ik wilde nooit kinderen, in mijn jeugd heb ik genoeg voor ze gezorgd.”
Atia werd een rebel. „Soms voel ik me nog schuldig. Heb ik het foute voorbeeld aan mijn zussen gegeven”, piekert ze. „Zaineb heeft wél het karakter om te trouwen en kinderen te krijgen. Ik wil afstand van mannen. Zo is het gelukkig ook in Afrikaanse manvrouw verhoudingen. Neem mijn opa. Hij sliep gescheiden van mijn oma. Wenste mijn grootvader seks met haar, dan voelde wij als kinderen dat aan, alsof er een geheime ceremonie in huis plaatsvond.
„Zo is het in Afrika. En zo is het goed. Die afstand geeft vrijheid. Maar ja, als je de verantwoordelijkheid voor het hele huishouden moet dragen, dan haak ik af. Nee, dan wil ik geen verbintenis”.
Vader en grootvader zetten de standaard voor de zussen. Ga in zaken, maar zet nooit iemand af, streef nooit naar te veel winst. Het komt nog steeds van pas. „Als je met 10 procent winst een bedrijf kan draaien, waarom zou je dan naar 20 streven”, vond Zainab vroeger al. Atia en Aisha brachten daar tegenin: „Je moet extra geld verdienen voor slechtere tijden.” Met de introductie, twee jaar geleden, van elektronische tickets verloor het reisbureau klandizie en toen bleek die extra cash plots hard nodig. „We maken nu inderdaad 20 procent winst op georganiseerde reizen”, zegt Atia met een verontschuldigende lach. „Maar weinig met de verkoop van tickets. De gemiddelde winstmarge bedraagt 11 procent. Onze vader zal daar geen bezwaar tegen maken”.
Aisha is van de drie de meer naar binnengekeerde. Ze wil niet bij Atia en Zainab wonen en mijdt de sportclub in het Serena. Zij gaat liever naar toneel of leest thuis een boek. „Mijn zussen blinken uit in de presentatie van ons bedrijf, ik gedij het beste door werk op kantoor”, vertelt ze. „In een familiebedrijf hoef je niet diplomatiek te zijn, kunt je zeggen wat je van iets vindt”.
Dat deed Aisha toen ze het moeilijk vond bevelen aan te nemen van haar jongere zus Zainab. Respect voor leeftijd is een belangrijk Afrikaanse principe. De onenigheid werd bijgelegd door een tussenpersoon van buiten aan te stellen.
Gedirigeerd door hun vader werkten Zainab en Aisha bezield aan hun toekomst. Atia hunkerde al jong naar vrijheid. „Na mijn middelbare school kon ik niet meer aan alle voorwaarden van mijn vader voldoen. Ik wilde mijn eigen weg inslaan en niet aan de universiteit studeren. Met innerlijke kracht kon je toen een heel eind komen. Dat is nu anders, die mogelijkheid bestaat niet meer in Kenia, zonder universitaire opleiding kun je niet naar de top.”
Atia ging werken bij een verzekeringsbedrijf. „Ik woonde weer bij mijn familie in Kenia. We hadden thuis zo’n mooi Brits zittoilet. Als ik daas in mijn hoofd was en alleen wilde zijn, trok ik me daar op terug, urenlang alleen.”
Atia streefde onafhankelijkheid na, geen hoog salaris. „Kwam ik om zeven uur in de ochtend van de disco thuis en zat het hek op slot. Hoe genant!” Als 21-jarig meisje ging ze alleen wonen, zonder rijk vriendje en met een inkomen van tien euro per maand. Een gotspe. Haar familie, toch al niet gelukkig met haar baan in een voor moslims niet halal verzekeringsbedrijf, reageerde afkeurend. Een woedende oom mepte haar hard in het gezicht.
Atia wenste genoeg geld voor een comfortabel leven. Om goedkope maar deftige spullen te kunnen kopen. En om te reizen. „Daarom was ik zo blij toen Zainab een reisbureau begon.” De drie zussen deden expertise op in de toeristensector. „Daar heeft het allemaal mee te maken: je openstellen voor de buitenwereld”, vertelt Zeinab. „Daarom ligt Kenia in Afrika vér voor met het toerisme. Kenia had de eerste toeristenschool in de regio. Kenianen zijn dynamisch en daarom tref je Keniaanse managers aan in alle buurlanden. Reis naar Ghana of Tanzania, dan trek je je haren uit het hoofd over de ziekelijke slaapzucht.”
Maar het gaat niet goed met Kenia. Door droogte heerst er een gebrek aan water en elektriciteit, door de falende bureaucratie floreren misdaad en corruptie, door de onbekwame politieke klasse heerst er instabiliteit. Vorig jaar na omstreden verkiezingen vielen er bij rellen 1.500 doden en raakte een half miljoen mensen ontheemd. De middenklasse zat angstig thuis, biddend voor vrede, terwijl de armen de supermarkten plunderden. De middenklasse vreest voor het verlies van de successen van de afgelopen tien jaar: democratie en vrije media, een liberale economie en hervorming van het staatsapparaat.
„De middenklasse in Kenia is nog te klein en heeft te weinig invloed”, betreurt Atia. Ze organiseerde vorig jaar een demonstratie tegen het geweld: er kwamen slechts 800 betogers opdagen. „Stel je voor dat het er één miljoen waren geweest, wat hadden we dan wel niet van de politieke elite kunnen afdwingen.”
Kenia heeft in vergelijking met buurlanden een relatief sterke middenklasse, en niet-gouvernementele actiegroepen zijn er actief tegen machtsmisbruik. De zussen praten bezorgd over de explosieve situatie onder de twee miljoen krotbewoners van de hoofdstad. „Het investeringsklimaat is nu slecht”, zegt Zainab. „Soms vrees ik dat Kenia nog dieper moet zakken voor het beter gaat, dat er nog meer geweld van de onderklasse moet komen”, zegt Atia.
Over hun eigen bedrijf zijn de zussen optimistisch. De rijken zullen blijven reizen, de toeristen door de unieke natuur aangelokt blijven. Travel Creations organiseert in het paradijselijk ogende Kenia congressen voor niet-gouvernementele organisaties uit het buitenland die Afrika’s ellende willen bestrijden. Hebben de zussen nog nieuwe plannen? Aisha wil huwelijksreizen gaan aanbieden. Atia een sjiek tehuis voor rijke bejaarden bouwen. „Daar zit volgens mij winst in, een tehuis vol met zelfstandige ouden van dagen.”