Een gure decemberdag in Den Haag. Amadou Toumani Touré in bruine regenjas en alpino petje valt nauwelijks op in de grauwe mensenmassa. De Malinese president zoekt niet de confrontatie maar de consensus. Hij werkt aan een democratisch model gebaseerd op oude tradities. De tolerante Touré behoort tot de wijste leiders van Afrika.
Over zwaardgevechten in het Britse parlement en het hurkparlement van de Malinese Dogon.
“Een democratie van confrontatie is niet goed voor de ontwikkelingslanden van Afrika. Wij streven naar een eigen politiek model van consensus”.
Amadou Toumani Touré(geboren 4 november 1948), sinds tien jaar president van het West-Afrikaanse Mali, schiep geen magische waas om zich heen en bleef een mild en aardse politicus. Hij is niet flamboyant en autoritair als menig Afrikaans staatshoofd en wars van fanfare. Toch verdient Touré een bijzondere plaats in de recente Afrikaanse geschiedenis. ATT, zoals zijn troetelnaam luidt, speelde een voortrekkersrol in de schepping van een bojzondere politieke cultuur in Mali.
Economisch gaat het goed met Afrika, politiek blijft het instabiel. Het autoritaire Afrika van de eenpartijstaat na de onafhankelijkheid is stervende, het nieuwe pluriforme Afrika is nog niet verrezen. Verkiezingen blijven vaak een democratische travestie. Zoals in Congo. President Kabila veranderde er de spelregels zodat hij bij de verkiezingen eind 2011 nauwelijks meer kon verliezen, oppositiekandidaat Etienne Tshisekedi riep zich al voor de gang naar de stembus uit tot winnaar, en er raakten honderdduizenden stemmen “zoek“ zodat nog onmogelijk valt vast te stellen wie de ware winnaar is. Omstreden verkiezingen in Ivoorkust, Zimbabwe en Kenia leidden tot grootschalig geweld en dreven deze staten naar de rand van de afgrond.
Wat vindt U van Afrikaanse politici die zich niet aan de spelregels van de democratie houden?
“Een democraat accepteert de uitslag. Of hij stapt naar de rechter bij een dispuut. Ik prefereer de verkiezingen te verliezen dan de stabiliteit en vrede van mijn land in gevaar te brengen”.
Hoe democratisch is Afrika?
“Democratie bestond lang voor de komst van de blanke kolonisten. Ten onrechte begonnen Afrikanen na de onafhankelijkheid in de jaren zestig te denken dat democratie iets Westers is. Ik groeide op in een dorp waar een filosofie heerste van eenheid en verbondenheid. In mijn dorp behoorde een kind niet aan één familie, maar aan heel het dorp. Een man trouwde niet met één vrouw, maar hij adopteerde de hele familie van zijn echtgenote. Het individu cijferde zich weg in het belang van de gemeenschap. Was je arm, dan werd je door vrienden en familie geholpen. Met die levenshouding, met die visie ben ik opgegroeid en dat heeft me later in de politiek geholpen”.
Na de dekolonisatie in de jaren vijftig en zestig namen Afrikaanse staten de bestuursvormen van de vroegere heersers over, inclusief symbolen als Britse pruiken en togas, en Franse cavalerietenues. Wat ontbrak was een sterke overheid, een geschoolde bevolking, een middenklasse, een onafhankelijke pers en rechterlijke macht, en democratisch georganiseerde partijen. Allemaal pijlers van de democratie. De nieuwe Afrikaanse elites waren niet gediend van concurrentie en introduceerden de eenpartijstaat.
Was de eenpartijstaat een goed idee?
“De meeste landen kozen na de onafhankelijkheid voor de eenpartijstaat om de nationale eenheid te versterken. Het was een goed idee dat in de praktijk niet werkte“.
Touré groeide op in de historische noordelijke stad Timbuctu, “tussen moskee en militaire kazerne“. Hij vervulde zijn droom om soldaat te worden en op 26 maart 1991 lanceerde kolonel Touré een staatsgreep om president Moussa Traoré af te zetten na meer dan twee decades aan de macht. “Er leefde na de val van Berlijnse muur een wens in Afrika voor meer democratie, het is niet het Westen dat ons democratie heeft afgedwongen. Studenten, vakbonden en politieke organisaties hebben bijgedragen aan de val van de eenpartijstaat“.
Touré vormde na de coup een gemengd bestuur van burger en militairen, dat na één jaar de macht overdroeg aan een democratisch gekozen regering. Een door hem georganiseerde Nationale Conferentie en een referendum legde de basis voor de politieke traditie van dialoog, debat en consensus. Onder het bestuur van zijn opvolger, president Konaré, vond er een groot decentralisatieprogramma plaats, waarbij in de kleinste gemeenschappen democratische verkiezingen werden gehouden. Bewoners kregen zeggenschap bij de besteding van plaatselijk geïnde belastingen. Vrijwel nergens op het continent kreeg de burger zoveel democratische invloed. Mali is één van de armste landen ter wereld, voor 27 procent afhankelijk van donorsteun, maar na Namibië het land met de meeste persvrijheid in Afrika. In 2002 stelde ATT zich verkiesbaar.
Wat kun je met die typisch Afrikaanse aspecten van democratie van het dorpsleven op nationaal niveau?
“Het collectieve belang is wat geldt. Bij de presidentsverkiezingen heb ik me als onafhankelijke kandidaat gepresenteerd, niet als leider van een politieke partij. Ik werd dus niet gekozen als leider van een partij, maar namens alle partijen, namens het hele volk. Sindsdien voerde ik het consensusmodel in voor de politieke klasse van Mali. In Mali zijn we met elkaar aan de macht en niemand gaat tegen de grote meerderheid in. Er wordt keihard in het parlement gedebatteerd maar aan het einde van de dag wordt verdeeldheid vermeden. Mijn dorpsfilosofie heeft er toe geleid dat in Mali alle partijen, alle groepen, alle Malinezen aan boord zijn om het land te leiden”.
“The winner takes all”, luidt de spelregel in het meerpartijenstelsel. In Afrika betekent dat de winnaar aan alle touwtjes trekt, de verliezer wordt met lege handen de wildernis ingestuurd. Daarom begeren alle politici om de staatsstructuren te controleren. Wanneer de verliezer in onmin blijft leven met de machthebbers zal de overheid er voor zorgen dat al zijn kansen, in de politiek en het zakenleven, worden afgeknepen. Een prominente plaats in het staatsapparaat is vaak de enige manier om goed zaken te doen en geld te verdienen.
Heeft het meerpartijenstelsel ook grote nadelen voor Afrika?
“Politiek pluralisme is ongetwijfeld de beste afspiegeling van democratie, hoewel daarmee niet alles is opgelost“.
Het Britse Westminster stond model voor vele democratieën in Afrika. In het Britse parlement staan de banken van de aanhangers van regering en oppositie tegenover elkaar opgesteld. De banken worden gescheiden door twee parallelle rode strepen. Parlementsleden mogen niet over de lijnen heen. De twee lijnen liggen uiteen op een afstand van de lengte van twee zwaarden, want vroeger probeerden ze elkaar dood te steken in het Britse parlement.
Touré vertelt over de Toguna bij het Dogonvolk in Mali, een onderkomen voor dorpberaad. Dit “parlement” is gebouwd met als doel de consensus te benadrukken, niet de confrontatie: de Toguna is zo laag dat niemand er kan staan, laat staan dat er kan worden gevochten.
In de nieuwe democratieën van Afrika worden bij verkiezingen wel de confrontatie gezocht en dat leidt tot geweld. Maar zonder oppositie is er geen democratie. Baart het U zorgen als, zoals in 2002, alle veertig partijen zich achter uw kandidatuur scharen?
“Er bestaat bij ons geen vijandige oppositie, maar wel parlementaire controle. En de meerderheid controleert de regering. Er zijn meningsverschillen in het parlement, maar over het meest essentiële, de ontwikkeling van Mali, daarover zijn we het allen eens”.
Bent U optimistisch over de democratisering in Afrika?
“Er worden sinds tien jaar overal in Afrika verkiezingen gehouden, er zijn vakbonden en een vrije pers. Er bestaan geen dictaturen meer zoals voorheen. Verschrikkelijke oorlogen zoals in Siërra Leone en Liberia zijn opgelost. In Liberia hebben nu zelfs al weer twee keer verkiezingen plaatsgehad. Het zal nog lang duren om deze winstpunten te consolideren en het gaat nog niet overal goed, kijk naar Ivoorkust. Maar over 20 of 30 jaar zullen we onze problemen bij het vestigen van de democratie in Afrika hebben opgelost”.
ATT heeft gezworen na verkiezingen later dit jaar af te treden wanneer zijn twee, volgens de grondwet toegestane, ambtstermijnen er op zitten.
Dit gesprek vond plaats in december 2011 in Den Haag, samen met Toon Beemsterboer, Afrika redacteur van NRC-Handelsblad