Vijftig geboren baby’s kregen de naam Obama, anderen gingen Michelle, Sasha of Malia heten en enkelen werden Airforce One gedoopt. Een Maasai deed een aanzoek aan Obama’s oudste dochter en vele jonge Kenianen beloofden hem koeien. Wat een thuiskomst. De Amerikaanse president kreeg een ontvangst als een filmster in het land van zijn voorvaders, met veel zoete en soms wat harde woorden. Zijn kritiek richtte zich op corruptie en ander machtsmisbruik en daags na zijn vertrek verscheen een schokkend rapport van de Keniaanse President van de Rekenkamer over gigantische diefstal in het overheidsapparaat. Een derde van de overheidsbegroting van 12 miljard dollar blijkt te zijn “verdwenen”.
De Daily Nation publiceerde deze week een spotprent waarop Oboma eerst amoureus en met gesloten ogen een kikker met kroontje -de Keniase regering- op de mond zoent. Als hij zijn ogen opent, trekt de president een vies gezicht, want hij heeft een smerig kijkende kikker gekust met het opschrift: omkoperij. De ontnuchtering is bitter, want hoewel het continent grote economische vooruitgang boekt, hebben deze positieve ontwikkelingen nog nauwelijks effect op het onbekwame en vaak corrupte bestuur. Zijn regelmatig herhaalde zinsnede “Afrika is in opmars” kan niet verbloemen dat een incapabele politieke klasse de dienst uitmaakt. En dat Amerika uit eigen belang zaken doet met deze leiders. Nog nooit is in Kenia een van corruptie beschuldigde minister achter de tralies gezet.
In zijn rede voor de Afrikaanse Unie(AU) in de Ethiopische hoofdstad Addis Abeba gaf Obama een snier naar Afrikaanse leiders die hun grondwet wijzigen om langer aan de macht te blijven, hoewel “ze al zoveel geld hebben vergaard”. Hij noemde daarbij de ongrondwettelijke poging van de Burundese president Nkurunziza voor een derde ambtstermijn. Dat kleine landje was een gemakkelijk doelwit want vrijwel alle Afrikaanse staatshoofden en de AU hebben Nkurunziza veroordeeld. Maar Obama noemde niet de reus Nigeria, of de oliegigant Angola, of Afrika’s op een na grootsste economie Zuid Afrika. Angola heeft sinds zijn onafhankelijkheid nauwelijks een andere president als Dos Santos gekend, Nigeria is het paradijs van corruptie en in Zuid Afrika verbouwt een president voor 20 miljoen euro zijn villa op kosten van de staat. Deze drie landen zijn Amerika’s grootste handelspartners op het continent. In Ethiopië noemde hij enerzijds het repressieve en intolerante regime daar “democratisch gekozen”, maar in zijn retorische toespraak benadrukte hij dat economische vooruitgang en democratie samengaan.
De smerige kikker van de spotprent in de Daily Nation is in Afrika machtiger dan het beestje met een prinselijk kroontje. De meerderheid der Afrikanen doet dagelijks corrupt zaken bij door politie bemande wegversperringen, bij ieder contact met de ambtenarij en op scholen. De meeste bewoners hebben meer van doen met de “zwarte economie” dan met een staatsapparaat dat hun helpt en beschermt. Vrijwel direct na de onafhankelijkheid kopieerden Afrikaanse politici het beleid van hun voormalige koloniale meester en bestemden de vruchten van de economie voor een kleine groep. “Oude gewoontes moeten sterven”, predikte Obama. De jonge toeschouwers applaudisseerden en de politici keken zuur.
Met de gestolen inkomsten kan Kenia ieder jaar een kwart miljoen jongeren aan een baan helpen, berekende Obama. Corruptie bedreigt niet alleen Afrika’s toekomst, ook zijn veiligheid. Bij een eerder groot Keniaans corruptieschandaal, het Angoleasingschandaal, verdwenen miljoenen dollars bestemd voor de bestrijding van terrorisme. Zijn broederlijke woorden van advies voor zijn Afrikaanse soortgenoten ten spijt was terrorismebestrijding het belangrijkste punt op Obama’s boodschappenlijstje. Hij prees de rol van de Keniaanse en Ethiopische legers in de strijd tegen de terreurgroep Al Shabaab, die steeds meer aan kracht wint in Kenia. Dat terrorisme, evenals Aids en ebola, bedreigen Amerika’s veiligheid. Democratie, transparant beleid, mensenrechten en terroristenbestrijding vormen de hoofdmoot van Amerika’s Afrikabeleid. Maar de Afrikaanse leiders krijgen korting op de eerste drie uitgangspunten als ze de terroristen maar blijven bestrijden.