Een vernietigingsoorlog in Soedan, militaire coups in de Sahel, miljoenen nieuwe ontheemden door moslimradicalen en ander extremistisch geweld, en vooral: heel veel boze burgers. Afrika wordt politiek instabieler en de economieën groeien traag, zeker die van de voortrekkerslanden Nigeria, Zuid-Afrika en Algerije. Na decennia van zogeheten ‘afro-optimisme’, maakten deze negatieve tendensen van 2023 een somber jaar voor Afrika. Al eind 2022 vonden inwoners dat het de verkeerde kant opging met hun landen, volgens de Afrobarometer. Een meerderheid van jonge en oude Afrikanen steunt nog steeds democratie, maar zes op de tien jongeren zijn ontevreden over de werking van de democratie in hun land, volgens een nieuwe peiling van het opinieonderzoekbureau.
„De democratie staat op een keerpunt”, concludeert een onlangs uitgekomen rapport van de Ontwikkelingsorganisatie van de VN (UNDP) over de turbulentie in Afrika. „De opkomst van militaire staatsgrepen en manipulatie van de grondwet door burgerpolitici weerspiegelen een democratisch defect dat in sommige politieke systemen lijkt te zijn ingebed. De toename van het aantal staatsgrepen klinkt als een waarschuwing. Het roept het schrikbeeld op van een democratische terugval.”
De Afrobarometer was de afgelopen jaren juist stevig omhooggegaan, met een slinger van ‘het verloren continent’ in de jaren tachtig en negentig naar ‘een wedergeboorte’ na de eeuwwisseling. Sindsdien heeft het afro-optimisme in vrijwel alle landen de boventoon gevoerd. Na jaren van eenheidsworst in de éénpartijstaten vlak na de onafhankelijkheid vonden onder de nieuwe pluriformiteit na de herintroductie van het meerpartijenstelsel vrijwel overal competitieve verkiezingen plaats. En met de komst van het internet nam de vrijheid van meningsuiting en het zakendoen toe.
Vrijwel alle economieën groeiden fors, grondstofprijzen stegen en Afrika’s nieuwe partner China verstrekte miljarden aan leningen. Een opkomende middenklasse bevorderde stabiliteit en militaire coups leken iets van het verleden geworden. Gesterkt door een groeiend zelfvertrouwen stelden presidenten zich assertief op in de nieuwe constellatie van wereldmachten waarin Afrika voor het eerst een strategische plaats inneemt na de vernederende afhankelijkheid van het Westen of van de Sovjet-Unie die bestond tijdens de Koude oorlog.
Die vooruitgang staat nu op het spel. In 2023 demonstreerden burgers in talrijke Afrikaanse landen tegen de hoge inflatie; ze kunnen de prijsverhogingen niet meer aan. Door de oorlog in Oekraïne arriveerde er minder graan, met als gevolg uit de pan rijzende voedselprijzen, terwijl de gevolgen van de lockdowns door corona nog nauwelijks waren verwerkt. De woede over de sociale achteruitgang is voelbaar in alle landen en het verlangen naar verandering urgent.
Falende burgerelite
De juichende massa’s voor de militaire junta’s in Niger, Tsjaad en Mali lijken het gevolg van een wijdverspreid heersende aversie van de falende burgerelites, en niet van een afkeer van de democratie zelf. Murithi Mutiga van de International Crisis Group schreef eind vorig jaar in tijdschrift Foreign Policy: „Legers grijpen in waar de politieke klassen niet in staat zijn oplossingen te bieden voor nijpende problemen, of deze nu verband houden met de veiligheid, openbare diensten of de herverdeling van rijkdom. Vaak heeft het burgerbestuur geleid tot slecht bestuur, en wanhopige burgers beschouwen militair bestuur als een kant-en-klaar alternatief.”
De burgerregeringen ontbreekt het aan legitimiteit. Voor de aanstormende jeugd – zestig procent van de Afrikanen is jonger dan 25 jaar – opgegroeid met het optimisme van hun ouders op een betere toekomst, ligt er plots niets moois meer in het verschiet. Verkiezingen bieden geen oplossing voor ontwikkelingsproblemen, zelden leiden ze tot politieke verandering en ze maken geen einde aan armoede.
Toen Afrika het verloren continent was gaan heten in de jaren 90 groeiden de economieën niet of nauwelijks meer. En de hoge schuldenlast schrikte investeerders af. Die sombere tijden doemen als schrikbeeld weer op. Geholpen door het afro-optimisme, economische hervormingen en een grootscheeps multilateraal programma voor schuldverlichting onder leiding van het IMF werden in 2005 Afrika’s schulden in grote mate afgeschreven. Daarna begonnen vele landen, met Chinese leningen in de aanbieding en hoge grondstofprijzen, nieuwe schulden aan te gaan.
Nieuwe schuldencrisis
Nu stevent het continent volgens instellingen als de Wereldbank en het IMF snel af op een nieuwe grote schuldencrisis. China blijkt minder gul: in 2016 gaf het nog 28 miljard dollar aan leningen, in 2022 nog slechts één miljard. Zambia, Ghana en onlangs ook Ethiopië bleven al in gebreke bij hun afbetaling. De Afrikaanse schuld in verhouding tot het bbp bedraagt 65 procent, 10 procent hoger dan de maximale aanbevolen limiet van het IMF. Het is dit keer moeilijker dan in 2005 om te onderhandelen over herschikking van de schulden, omdat deze vooral zijn aangegaan bij privékredietverschaffers, of bij landen als China, dat zich niet zomaar aansluit bij gezamenlijke multilaterale oplossingen zoals die van 2005.
Economie en politiek zijn nauw met elkaar verbonden. De opiniepeilers maken uit hun verzamelde data op dat het slechte management van de economie de hoofdreden is voor het afnemende vertrouwen in de burgerregimes. En dat leidt tot de toenemende politieke onrust en oorlogen en staatsgrepen. De als een vredesengel in 2018 binnengehaalde premier Abiy Ahmed stortte Ethiopië in een serie oorlogen waarbij honderdduizenden burgers en soldaten hun leven verloren. In buurland Soedan ontspoorde een in 2019 begonnen volksrevolutie en diep geschokt ervaren Afrikanen hoe razendsnel het land in een verwoestende neerwaartse spiraal is beland, met etnische moordpartijen op grote schaal. Verder westwaarts in de Sahel vond een serie militaire coups plaats, evenals in enkele West-Afrikaanse kuststaten. In de eerste twintig jaar na de eeuwwisseling waren er dertien coups op het continent, in de afgelopen drie jaar zeven.
Een gevoel van onveiligheid wakkert de ontevredenheid aan. De militaire coups in de Sahel gebeuren in de context van de opkomst van jihadisten. Dat begon in 2011 met de oorlog van westerse landen tegen Gaddafi in Libië, waarna een vloed van wapens en radicalen over de woestijn en de savanne stroomde. Op de zandvlaktes van Algerije en Noord-Mali, op de boom- en grassavannes van de Sahel en Noord-Nigeria, en de witgeblakerde zandvlaktes van Somalië, deze wildernissen blijken ideale broeinesten voor rechtlijnige terroristen en maffiose zakenlui die er smokkelroutes beheersen. Sinds 2019 is het aantal aanvallen van moslimextremisten in de Sahel verviervoudigd.
De Afrikaanse leiders lopen met hun hoofd in de wolken. Ze onderkennen al deze gevaren onvoldoende, en daarmee neemt de kans op meer destabilisering toe.
Tijdelijke inzinking?
Maar misschien gaat het om een tijdelijke inzinking. In de afgelopen twintig jaar bouwde het continent meer veerkracht op. Zo kwam het zonder veel kleerscheuren de internationale financiële crisis van 2007 door. Per saldo is Afrika sterk ontwikkeld geraakt sinds de eeuwwisseling. Kenia vierde in december zestig jaar onafhankelijkheid. Het land had bij zijn onafhankelijkheid in 1963 één universiteit, nu 68. Meer scholen en meer wegen. Kenia, zoals zo vele Afrikaanse staten, heeft in zestig jaar een metamorfose ondergaan.
Veel jongeren zijn assertiever dan hun destijds volgzame ouders en verenigen zich ondanks autocratische leiders in actiegroepen die pijlen richten op hun regeringen, zoals in de Democratische Republiek Congo, Nigeria en Soedan. Anderen houden zich juist verre van overheden en scheppen kansen met nieuwe technologieën, mogelijk gemaakt door internet. Zo bouwen ze ver weg van het machtscentrum een nieuw en modern Afrika op.
Maar het probleem van een inefficiënte overheid en corrupte politici blijft bestaan. Ook in redelijk stabiele democratische staten als Kenia en Tanzania, en in landen als Oeganda, Angola en Zimbabwe met burgerregimes met een autocratische inslag. Daar daalt de Afrobarometer, terug naar het afro-pessimisme.
Dit artikel werd eerder gepubliceerd in NRC op 8-1-2024