Een besluit van Kenia om het vluchtelingenkamp Dadaab eind november te sluiten is van de baan. Maar de uitzetting van Somalische vluchtelingen zal doorgaan. Uitgezette bewoners strandden aan de grens met Somalië en konden geen kant op.
De ontmanteling van de jungle bij het Noord-Franse Calais onlangs werd nauwgezet gevolgd op de televisie in Dadaab, het grootste vluchtelingenkamp ter wereld, in de woestijn van Noord-Kenia bij de Somalische grens. “De bewoners zagen de gelijkenis met hun lot”, zegt Liesbeth Aelbrecht van Artsen zonder Grenzen (AzG), werkzaam in het vluchtelingenkamp.
In Dadaab wonen nog ruim een kwart miljoen vluchtelingen uit Somalië. In mei zei minister van binnenlandse zaken Joseph Nkaiserry dat het besluit eind november Dadaab te sluiten “het laatste woord” was. Nu zegt een woordvoerder van zijn ministerie dat dit slechts een streefdatum betrof. De inwoners van Dadaab kunnen geen kant op. In Somalië zelf leven een miljoen ontheemden, van huis en haard verdreven door de aanhoudende strijd met terreurgroep Al-Shabaab. Daarbij heerst in Somalië ernstige droogte. Naar schatting vijf miljoen mensen zijn afhankelijk van voedselhulp.
“Kenia gaf het goede voorbeeld met gastvrije opvang van Somaliërs. We roepen de regering op nu niet het onmenselijke EU-beleid te volgen en hen terug te sturen”, zegt Aelbrecht.
Vluchtelingenkamp Dadaab ontstond in 1991 als gevolg van de burgeroorlog in Somalië. In 2006 volgde een nieuwe toestroom van vluchtelingen door de Ethiopische invasie van Somalië. En in 2011 weken opnieuw mensen uit naar Dadaab door droogte in de regio en door de door Somalië en Kenia gezamenlijk geïnitieerde oorlog tegen Al-Shabaab. Het kamp groeide uit tot een stad, met scholen, gezondheidscentra en zelfs enkele vermaakscentra. De inwoners hebben er geen luxe bestaan, maar ze waren er in de afgelopen kwarteeuw beter af dan in Somalië zelf, waar alle voorzieningen ontbreken.
Al twee keer eerder dreigde de Keniaanse regering Dadaab te sluiten. Maar dit keer lijkt het menens. Het is Kenia in het verkeerde keelgat geschoten dat de Europese Unie eerder dit jaar besloot haar financiële bijdrage aan de Afrikaanse vredesmacht Amisom in Somalië met 20 procent te korten. De regering in Nairobi hoopte ook op Europese steun voor de opvang van Somalische vluchtelingen nadat de EU een dure overeenkomst met Turkije had gesloten. Kenia noemt Dadaab de bakermat van terrorisme en verwacht van het Westen een forse bijdrage aan de bestrijding van islamitisch extremisme.
Tegen de wil van de meerderheid van de inwoners van Dadaab en onder protest van internationale en Keniaanse humanitaire organisaties, maar mét hulp van UNHCR, de VN-vluchtelingenorganisatie, kwam de repatriëring naar Somalië enkele maanden geleden op gang. Sinds de VN en regering in 2014 een akkoord sloten voor terugkeer zijn 35000 kampbewoners vertrokken in 99 konvooien of op160 vluchten. Eind augustus werd de repatriëring opgeschort omdat Somalische autoriteiten begonnen te klagen over het op een onwaardige manier dumpen van menselijke wezens .
Er waren toen al honderden teruggekeerde Somaliërs gestrand in ontoereikende noodopvang bij de grens. Volgens hulpverleners gaat het in meerderheid om vrouwen, kinderen en bejaarden. “Enkelen zijn uit wanhoop alweer stiekem naar Dadaab teruggekeerd”, zegt dokter Bashir uit Dadaab. Er zijn nauwelijks medische voorzieningen in Somalië .
Kenia laat de vluchtelingen geen keus en de VN verstrekken onjuiste informatie over de veiligheid in Somalië , stelt Human Rights Watch over de repatriëring. “Je kunt het niet vrijwillig noemen als er geen alternatief wordt geboden”, stelt Liesbeth Aelbrecht, die pleit voor integratie van de vluchtelingen in Kenia.
Abubakar, een andere medewerker van AzG in Dadaab, wijst op een ander gevaar. “Ouderen zeggen te vrezen voor Al-Shabaab. De terreurgroep verdenkt de teruggekeerden ervan dat ze spionnen voor de Somalische regering zijn. En in Dadaab verdenkt de Keniaanse regering hen ervan spion voor Al-Shabaab te zijn. Ze sloegen destijds op de vlucht voor de terroristen en nu willen ze dus niet weer terug naar dat oorlogsgebied”.
“Momenteel jaar doen drieduizend leerlingen van de middelbare scholen examen in Dadaab, naast nog vele duizenden van de lagere scholen”, zegt Liesbeth Aelbrecht. “Na hun repatriëring lopen ze een groter risico te worden geradicaliseerd in een instabiel Somalië dan in een beveiligd Dadaab. Dat is de ironie”.
Al-Shabaab werd de laatste twee jaar door de 22.000 man sterke Afrikaanse vredesmacht en het Somalische leger uit de meeste steden verdreven. Bij de strijd tegen Al-Shabaab helpen honderden Amerikaanse veiligheidsadviseurs . Maar de met Al-Qaeda verbonden terreurgroep voert nog steeds bomaanslagen uit en brengt Amisom stevige klappen toe. Eerder deze maand viel Al-Shabaab een basis van vredessoldaten uit Djibouti aan, doodden strijders twaalf burgers in het Keniaanse grensstadje Mandera en bezette de groep enkele dorpjes in Midden-Somalië, nadat honderden Ethiopische soldaten zich hadden teruggetrokken wegens de gespannen situatie in Ethiopië zelf.
De vredeskansen na 25 jaar oorlog zijn nog steeds niet erg groot, hoewel het land opnieuw enkele stapjes vooruit heeft gezet. Er worden dezer dagen een soort verkiezingen gehouden voor twee volksvertegenwoordigingen en een nieuwe president. Hoewel de bedoeling was dat dit voor het eerst door directe verkiezingen zou gebeuren, is toch besloten tot een selectie. Clanoudsten wijzen 14.000 mensen aan die de parlementen kiezen, die vervolgens de president kiezen. Rechtstreekse verkiezingen zijn uitgesteld tot 2020, in de hoop dat Somalië dan wel stabiel genoeg is