LRA leider Joseph Kony in 2006. Foto Petterik Wiggers
Tientallen strijders van de terreurgroep het Verzetsleger van de Heer (LRA) – van wie sommigen ernstige misdaden begingen – zijn met een deel van hun ontvoerde vrouwen naar Oeganda teruggebracht. Daar krijgen ze amnestie. Deze geheime en controversiële operatie in de afgelopen weken werd mogelijk gemaakt door de inzet van de Nederlandse organisatie Pax. „We deden dat in het belang van verzoening en vrede”, vertelt Pax-medewerker Marianne Moor (57), die de operatie leidde.
In een uithoek van de Centraal Afrikaanse Republiek waar een cocktail van rebellen de dienst uitmaakt, moest Moor door rivieren waden om de LRA-strijders te bereiken en hun vertrouwen te winnen. Ze kreeg van de strijders te horen dat ze wilden vertrekken. „Ze waren dat bushleven heel erg moe en voor hun kinderen bestond er weinig toekomst”, vertelt Moor. Pax, dat al eerder deze eeuw contact had gelegd met het LRA in een poging een vredesproces op gang te brengen, kwam in actie. „We moesten constant bemiddelen tussen de overheden van Oeganda, Centraal Afrikaanse Republiek (CAR) en Congo om alles van de grond te krijgen. In totaal hebben we er 160 mensen uitgekregen.”
Het LRA dateert uit eind jaren tachtig en is een van de meest moorddadige groepen die Afrika de afgelopen halve eeuw heeft gekend. De groep ontvoerde in Noord-Oeganda tienduizenden kinderen, plunderde, sneed lippen af en bracht burgers op gruwelijke wijze om. Bij de oorlog kwamen naar schatting honderdduizend noorderlingen om en twee miljoen burgers raakten ontheemd. Begin deze eeuw was het LRA vrijwel uit Oeganda verdreven en vestigde het zich in Congo. Daar liet de groep in 2008 weer van zich horen toen het LRA tijdens de Kerstdagen honderden kerkgangers afslachtte. Vervolgens werd het ook in Congo te heet onder hun voeten en trokken de overgebleven strijders naar de CAR.
Verzoeningsceremonie
LRA strijder in 2006. Foto Petterik Wiggers
Daar, bij de afgelegen stadjes Zemio en Boki langs de rivier Mbomou, vestigden zich twee LRA-eenheden van rond de honderd man. Ze plunderden in Congo, aan de overkant van de rivier, en de buit ging naar hun leider Joseph Kony, die zich in Soedan verschuilt. Nadat ze in 2020 de banden met Kony verbraken, stonden zij de gestolen goederen niet langer aan hem af en leidden een zelfstandig bestaan in de CAR, bang om ooit nog terug te keren naar Oeganda. De LRA-eenheden mochten van lokale ambtenaren in de CAR verblijven, op voorwaarde niet te plunderen en doden. Ze bleven wel plunderen in Congo.
Mensenrechtenorganisatie Amnesty International is tegen amnestie. „Mensen die vallen in de categorie van zware misdaden moeten worden berecht”, zegt Ruud Bosgraaf van de organisatie. Maar de gedemobiliseerde mannen gaan in Oeganda niet geheel vrijuit. Ze zullen een lang proces van waarheidsvinding moeten doorlopen. De traditionele manier om misdadigers te berechten bij het Acholi-volk in Noord-Oeganda is niet met rechtbanken en gevangenissen, maar met uitvoerige ceremonies waarbij schuld wordt bekend en vergoeding geregeld. Een van die zuiveringsrituelen heet mato oput , waarbij dader en slachtoffer een bitter sapje drinken en op een ei stappen. Het ei symboliseert de onschuld en door er met blote voeten op te staan, keert de dader terug naar zijn prille jeugd toen hij nog geen kwaad kende.
„Ze zullen de komende maanden op talrijke bijeenkomsten moeten verschijnen in het woongebied in Noord-Oeganda waar ze hun misdadige rebellie begonnen”, zegt Moor. „Daar worden ze geconfronteerd met hun slachtoffers in het belang van verzoening.”
Kindsoldaten
Pax repatrieerde niet alleen gewapende strijders maar ook hun ontvoerde vrouwen en kinderen. Botst vrede met gerechtigheid, bestraffing met verzoening? „Dat is het dilemma waar wij als vredesbeweging elke keer tegenaan lopen”, zegt Moor. „In onze afweging hebben we besloten dat de veiligheid in Noord-Congo en het lot van de gekidnapte vrouwen en hun kinderen zwaarder wegen. Het is een enorm moeilijke morele afweging”, erkent Moor. „Wat geef je prioriteit? Dat hun demobilisatie veiligheid oplevert voor de Congolese bevolking? Maar het betekent ook dat LRA-strijders die oorlogsmisdaden hebben begaan nu amnestie van Oeganda krijgen.”
Derde van links Dominic Ongwen, toen nog in de bush, nu in gevangenschap van ICC in Den Haag
Deze operatie moet uiterst sneu zijn voor Dominic Ongwen, een LRA-leider die tot 25 jaar cel werd veroordeeld door het ICC wegens moord, verkrachting en ontvoering van kinderen. Hij heeft pech gehad. „Er zitten zeker mensen in de groep die nu amnestie krijgt die worden verdacht van even ernstige misdaden als Ongwen, maar niet zijn aangeklaagd. En wat ze met hem gemeen hebben, is dat ook zij op jonge leeftijd werden ontvoerd, om zich later te ontpoppen tot wrede LRA-strijders”, zegt Moor.
Met de desertie van de LRA-strijders is de groep uitgedund. „Er blijft nog maar een klein groepje over”, zegt Moor. „LRA-leider Joseph Kony verblijft in Soedan omringd door een handjevol vrouwen en kinderen. Ze houden zich in leven door onder meer smokkel van goud en hout. Maar van het LRA gaat geen bedreiging meer uit.”
En wat is het lot van hun ontvoerde vrouwen? Het overgrote deel van hun „echtgenotes” – dat vrijwillig meekwam naar Oeganda – werd destijds ontvoerd door de LRA-strijders. „In eerste instantie zou je verwachten dat al die vrouwen terug willen naar hun families in Congo. Maar ze zeggen ‘nou, mijn man heeft me altijd goed beschermd en goed voor mijn kinderen gezorgd’. Andere vrouwen werden soms echt als slaven behandeld en mishandeld door het LRA en zij willen terug naar Congo.” Die kans wordt ze geboden.
Dit artikel verscheen eerder in NRC op 20-10-2023