FeatureHet tijdperk van de koe is ten einde

Het tijdperk van de koe is ten einde

Reading Time: 5 minutes

Hij was de taaiste van de taaisten. Toch is dertiger Lkipseina Lenawuosho gestopt met het harde nomadenleven, verslagen door de grootste droogte in veertig jaar, door gebrek aan ruimte, door geweld. „Vanaf mijn vijfde jaar wilde ik al niets liever dan rondtrekken met koeien, het leven van een herder was prachtig”, vertelt hij in zijn geboortestreek Ngupuruti, het savannegebied van noordelijk Kenia. Er lopen hier slechts sporen, geen wegen. Er staan geen stenen huizen maar lage woningen, een soort iglo’s van modder en koeienstront. „Mijn leeftijdsgenoten die destijds hun vrijheid opgaven en naar school gingen, vond ik dom. Nu accepteer ik mijn verlies, het tijdperk van de koe is ten einde”.

De bewoners in de kraal van Lkipseina zijn slap, al maanden eten ze te weinig, al maanden hebben ze niet kunnen eten tot verzadiging optreedt. Toen de wereld nog zijn groene schoonheid had en gras het vee vet maakte, was de overgedragen kennis van het Samburu-volk, waartoe Lkipseina behoort, voldoende voor een goed bestaan in deze savannestreken.

Maar nu oogt het land grauw, rondtollende winden stuwen het stof van de gortdroge aarde de lucht in. De struiken dragen geen enkel blad meer en alleen de woestijnroos geeft nog felle kleuren af. Tegen de avond hurkt zijn jonge vrouw achter een geit en een dun straaltje melk uit de verdroogde uiers schiet de kalebas in. Iedereen is moe en gaat vroeg naar bed. Er klinkt geen gezang van jonge krijgers, zij trokken sinds de laatste bui twee jaar geleden met de nog niet gestorven koeien naar elders, heel ver weg, vier dagen lopen. „Er is geen geluk meer in ons leven”, zegt Lkipseina.

Eens hoedde hij tweehonderd koeien, er zijn er nog geen kwart over. In zijn met doornentakken omheinde kraal inspecteert hij droevig een handjevol schamele geiten, hun vet verdwenen, evenals de hoop dat zijn laatste beesten overleven. Op zich zijn geiten en schapen veel langer tegen droogte bestand dan koeien, zo blijkt. Met hun kleine snuiten kunnen zij in spleten en onder stenen nog wat eetbaars vinden en ze worden nu bijgevoerd met de vruchten uit de toppen van de acaciabomen. De vruchten vormen het laatste redmiddel tegen de hongerdood.

Door de steeds frequentere en langer aanhoudende droogten en de razendsnel groeiende bevolking de afgelopen halve eeuw – er zijn te veel mensen en er is te veel vee – raakte de veeteelt-economie ontwricht. Daardoor verliest het vee steeds meer aan waarde.

Lkipseina: „Ik heb geen enkele herinnering aan grote droogtes in mijn kindertijd. Toen verbleven de koeien bijna het hele jaar rond onze kraal. Als we wegtrokken, was het maar voor een paar maanden, op zoek naar weidegronden.

De eerste keer dat ik ver wegtrok, was naar de Ethiopische grens, tien jaar geleden. De reis, met tweehonderd koeien, duurde negen dagen en we bleven daar een half jaar”. Lkipseina sliep met zijn medeherders tussen de koeien in de bush, wikkelde zich in een lendendoek en gebruikte een nekstoeltje als kussen. Ze voedden zich door melk te vermengen met koeienbloed. . „Ik heb wel eens vier dagen niet gegeten. Dan kraakt en klemt het in je hele lichaam, je ogen zinken in, je kan niet meer goed zien en je beeft op je benen”. Sindsdien is het alleen maar erger geworden.

Veedieven

Alleen als je je aanpast aan de levensstijl van een koe, ben je geschikt als herder. Lkipseina raakte gelooid in het spartaanse nomadenbestaan. De afwezigheid van luxe was niet het zwaarste dat hij te verduren kreeg. „Oi, joi, joi”, zegt hij, „het is zo vaak voorgekomen dat andere nomaden onze koeien probeerden te stelen. Soms moesten we wel honderd belagers van ons afslaan. Natuurlijk vielen er doden. Eén keer hebben we bij een aanval dertien krijgers van het Boran-volk gedood. Een nomade kan tegenwoordig niet zonder een geweer”.

In een volgend droogtejaar trok hij met de krijgers weer een andere richting uit, westwaarts naar Baringo. Daar kreeg hij het aan de stok met de Pokot, een ander nomadenvolk. „De Pokot probeerden ons altijd te bestelen, elke week wel twee keer. We hadden ieder zeker driehonderd kogels om ons middel gebonden. Als kind had ik me niet voorgesteld dat een herdersleven zo zou zijn, dat je met zoveel andere vijandige volkeren in de clinch zou raken”.

De herders raken ook steeds vaker slaags met eigenaren van grote koeienranches. „Voor je koeien doe je alles. Dus knipte ik het prikkeldraad door en liet ik in de nacht mijn beesten stiekem grazen op die boerderijen. Dat was gevaarlijk, want de rijke grondbezitters roepen de hulp van het leger in en de soldaten kunnen op je schieten, of erger, ze kunnen je koeien in beslag nemen”.

Vorig jaar was overal het gras op, zijn koeien begonnen te sterven. Hij besloot het overgrote deel van zijn kudde van de hand te doen en dreef de beesten naar de stad Nyahururu. „Het was mijn eigen besluit, hoewel ik uit respect natuurlijk wel de ouderen had ingelicht. Ze vonden het dom.” Voor het bedrag van drie koeien schafte hij een brommer aan. „De enige koeien die mij profijt hebben opgeleverd in mijn leven zijn die waarmee ik mijn vrouw kocht, mijn geweer en nu mijn brommer”, zegt Lkipseina bitter.

‘Ik zong voor de koeien’

De dodelijke droogte ten spijt blijft de koe essentieel in de cultuur van Lkipseina’s Samburuvolk. Ze is nodig als bruidsschat om te kunnen trouwen, een vloek te ontkrachten, een boete te betalen. Lkipseina voelt nog steeds de drang om met vee op stap te gaan, de zoete geur van koeienstront hangt in zijn ziel. „Met je beesten ben je nooit alleen. Ai, jai, jai, maar wat ben ik eenzaam als ik met mijn brommer iemand afzet in de stad waar ik niemand versta, tussen al die mensen.”

Lkipseina spreekt alleen de Samburu-taal. En, zegt hij: „Met koeien communiceerde ik. Ik zong voor ze, ik wist wanneer ze ontevreden waren”.

Jonge Samburu die Lkipseina bewonderen om zijn volharding, gaan nu zelf toch maar naar school. Zij willen niet de lange trektochten maken die hij zijn hele leven maakte. „Zij komen al gestresst terug van een dagje lopen met de geiten. En ze verbergen een schoolschrift onder hun lendendoek om zich niet te vervelen”, sniert Lkipseina. „Ook ik onderneem geen gevaarlijke reizen meer, ik wil niet sterven en mijn gezin alleen achterlaten. Ik ben de laatste van mijn familie die zo’n zwaar leven heeft gehad, mijn ouders hoefden nooit zo ver te gaan voor weidegronden. Ik was gek, had ik al mijn koeien maar veel eerder verkocht.” Lkipseina is in zijn omgeving nog een buitenbeentje, maar veel jongeren prijzen zijn breuk met het nomadisme en zeggen, als zich nog een droogte aandient, ook hun vee te zullen verkopen.

Lkioseina gebruikt nu zijn aangeschafte brommer als taxi om wat geld te verdienen. Hij zigzagt door de droge rivierbeddingen en over de savanne met achterop standaard een paar passagiers. „Ik ben een nieuw leven begonnen, als verantwoordelijk man voor mijn familie. Natuurlijk houd ik nog wel een paar koeien achter de hand. Je weet maar nooit”.

DROOGTE EN HONGER IN HOORN VAN AFRIKA
‘RUIM DE HELFT VAN DE SOMALIËRS IN NOOD’

Een droogteramp van ongekende omvang treft miljoenen mensen in de Hoorn van Afrika – het oostelijke punt van Afrika’s vasteland, waar onder meer Somalië en Ethiopië liggen. Hulp-operaties verlopen moeizaam door gebrek aan fondsen. Nog geen kwart van de benodigde miljoenen dollars zijn toegezegd.

In Somalië verkeren volgens de VN zeven miljoen mensen in een noodsituatie. Dat is ruim de helft van de bevolking. In Ethiopië zijn 10 miljoen mensen in nood, in Soedan 14 miljoen en in Kenia 4 miljoen. Miljoenen stuks vee zijn al dood en zo’n 210.000 Somaliërs dreigen op korte termijn te verhongeren. In Somalië vecht een zwakke centrale overheid tegen terreurgroep Al-Shabaab. Dat maakt het voor hulporganisaties moeilijk de bevolking te bereiken.

De oorlog in Oekraïne veroorzaakte een wereldwijd tekort aan zonnebloemolie en tarwe, en leidde tot inflatie. Twee jaar geleden aten in Oost-Afrika enorme zwermen sprinkhanen alles op wat groen was. Daarna begon de droogte.

Dit artikel werd eerder gepubliceerd in NRC op 16-7-2022

Photo’s Koert Lindijer

Luister ook naar https://www.nrc.nl/nieuws/2022/07/14/hoe-enorme-droogte-eeuwenoude-culturen-verwoest-a4136408

Koert Lindijer
Koert Lindijer
Koert Lindijer has been a correspondent in Africa for the Dutch newspaper NRC since 1983. He is the author of four books on African affairs.

Leave a reply

Please enter your comment!
Please enter your name here

Laatste artikels

Gerelateerde artikelen

Geverifieerd door MonsterInsights