Joseph Kony is in Amerika en West Europa in korte tijd getransformeerd van een obscure rebellenleider in de wildernis van Centraal-Afrika tot een regelrechte hype op internet. De documentaire Kony2012 is op YouTube en Vimeo al ruim honderd miljoen keer bekeken. Er is een virtuele Kony opgestaan, maar de echte Kony is complexer.
Wie is Kony echt? In juni 2006 bevond ik me met vriend en collega, de Nederlandse fotograaf Patrick Wiggers, ergens in het broeierige oerwoud op de grens van Zuid-Soedan en Congo. RiëkMachar Teny, vice-president van de Zuid-Soedanese regering, was de leiders van de beruchtste strijdgroep van het continent komen opzoeken voor vredesbesprekingen. Dit overleg moest een einde maken aan de in 1987 begonnen oorlog in Noord-Oeganda, een strijd die zich verspreidde naar Zuid-Soedan, Congo en de Centraal Afrikaanse Republiek.
Twintig jaar lang leek Kony onzichtbaar. We waren de eerste en vrijwel enige journalisten die hem hebben ontmoet. “De propaganda van (de Oegandese president)Museveni dat hij overleg met ons wil, is een leugen”, viel Kony uit. “Het LRA streeft vrede na, maar Museveni wil nog steeds oorlog.” Hij richtte zich tot Riëk Machar: “Ik wacht op uw initiatief om de vredesbesprekingen te beginnen.”
Nerveuze LRA-strijders tuurden in het groen van de dichte jungle naar vijanden. Allen waren jong, sommigen nog geen twaalf jaar. Een moeilijk definieerbare uitdrukking stond op hun met rastahaar omhangen gezichten. Hun nevelige ogen wezen op drugsgebruik, net als bij hun al even bizarre collega’s enkele jaren eerder in Siërra Leone en Liberia. Maar niet drugs maar godsdienst moesten hun pijn verzachten van het vermoorden van burgers: de LRA-leiding verplicht de strijders veel te lezen in de bijbel. De mysticus Kony oefent met zijn spirituele krachten een meedogenloze invloed uit op zijn strijders. Ontsnapte kindsoldaten spreken over een door geesten bezeten Kony die in naam van God spreekt. Door angst bezeten Oegandese burgers waarschuwden me voor dit bezoek niet diep in de ogen van de LRA-leider te kijken.
Kony ontwikkelde zich van misdienaar tot massamoordenaar. Hij vervolmaakte de tactiek van terreur en boekte daarmee zo’n succes dat legers van vier landen, sinds kort geassisteerd door honderd Amerikaanse militaire adviseurs, al jaren naar hem op zoek zijn. Zijn militaire rol is echter vrijwel uitgespeeld en de strijd tegen het LRA is geen prioriteit meer.
Het LRA is één van de meest bizarre en brute gevechtsgroepen van Afrika. Na de militaire coup in 1986 door strijders van Museveni, vooral afkomstig uit Zuid Oeganda, vreesde de Acholi-stam in het noorden voor wraak. Museveni’s troepen stalen volgens de Acholi’s 80 procent van hun veestapel. Onvrede over de „zuidelijke” regering van Museveni en marginalisatie van het noorden gingen de voedingsbodem vormen voor Kony.
Het occulte LRA komt voort uit de al even magische Beweging van de Heilige Geest van Alice Lakwena. Zij was bezeten door geesten die haar een religieuze missie gaven om Museveni’s regering te vervangen door een regime gebaseerd op de Tien Geboden. Haar beweging genoot een mate van volkssteun in het noorden maar werd in 1987 verslagen.
Kony nam de resten van de beweging over. Zijn LRA probeerde niet meer de steun van bevolking te krijgen maar maakte de noordelingen tot doelwit in zijn gevecht met Museveni. Door de strijd van het LRA was midden jaren negentig 80 procent van de noorderlingen naar vluchtelingenkampen verdreven.
Behalve de onvrede in het noorden droeg de in 2005 beëindigde oorlog in Zuid-Soedan bij aan het overleven van de LRA. De Oegandese president steunde Soedanese rebellen, die vanaf Oegandees grondgebied mochten opereren. Het Soedanese regime omarmde daarop Kony en bleef hem tot enkele jaren geleden steunen. Zonder die steun was de terreur van het LRA vermoedelijk eerder gestopt.
Kindsoldaten zijn goede soldaten. Dit geldt voor alle milities in Afrika. Ze volgen strikt bevelen op en zijn effectieve moordenaars. Het LRA heeft sinds 1987 zo’n 25.000 kinderen gekidnapt. De meeste zijn weer vrij, maar hun ziel is nog steeds gevangen door het LRA. Ze moesten na hun ontvoering wrede beproevingen ondergaan, waarna ze opgingen in een familieverband van strijders. Enkele LRA-leiders waren ooit zelf ontvoerde kinderen, gehard in wreedheid.
“Het is een sekte met bevelen die van boven komen”, vertelde Betty Bigombe, die namens de Oegandese regering jaren overlegde met het LRA. Ook voor haar viel het moeilijk te bevatten hoe een beweging vol kinderen, geleid door sadistische commandanten, zo lang Noord-Oeganda in gijzeling kon houden. “Kony vroeg me zorgzaam goed voor zijn zoon te zorgen, een middelbare scholier in de stad Gulu. Hij maakt zich zorgen over drugs en aids. Een kindermoordenaar die me dat vraagt. Wat gaat er om in zijn hoofd?”
Die vraag stelde de toenmalige bisschop van Gulu zich al jaren. Samen met traditionele leiders probeerde John Baptiste Odama sinds 1998 tot een vergelijk te komen met het LRA. “Dit soort spirituele bewegingen zijn niet uniek in Afrika, ze kwamen eerder voor in Congo en Tanzania”, legde hij uit. “Iedereen die zich afgewezen voelt, wordt agressief.”
In 2006 begon nieuw vredesoverleg met Kony. Zonder intrekking van de aanklacht van het Internationale Strafhof(ICC) in Den Haag bleek echter geen akkoord mogelijk. Bij de besprekingen in het oerwoud op de grens van Zuid-Soedan en Congo bleek Kony niet het hem toegeschreven charisma te hebben. Schichtig stamelde hij: “Ik wil bescherming om overal te kunnen gaan”. Sindsdien heeft Kony gekozen voor een leven van overleven in de ruwe regio van Congo, Zuid-Soedan en de Centraal Afrikaanse Republiek, het zwarte gat van Afrika.
Het dilemma bij de vredesbesprekingen was gigantisch: gerechtigheid ten koste van vrede? Of vrede maar geen gerechtigheid voor de daders? Het Oegandese leger slaagde er nooit in de oorlog te beslechten; misschien kon een vredesakkoord met het LRA een einde maken aan een van de grootste tragedies van Afrika.
“Gerechtigheid kan de kans op vrede ruïneren. Als het LRA in de bush blijft, dan kan er een nieuwe oorlog uitbreken in de regio”, stelde de Oegandese advocaat Barney Afako die naar het Zuid-Soedanese Juba was gekomen voor de vredesbesprekingen. Religieuze en traditionele tribale leiders in Noord-Oeganda spraken zich herhaaldelijk uit tegen de arrestatiebevelen door het ICC voor de LRA-leiders. “Ik ben een voorstander van het ICC. Maar het is net als met de Tien Geboden: goed dat ze er zijn, maar niemand houdt zich er aan. Internationale rechtsregels blijken de zwakste soort wetten en ze staan bol van retoriek.”
Gerechtigheid bij de Acholi betekent geen doodstraf, centraal staat de rehabilitatie van de moordenaar en verzoening met de familie van het slachtoffer. Bij de moordenaar worden de slechte geesten uitgedreven en de familie van het slachtoffer krijgt compensatie, door bijvoorbeeld een huwbare dochter te schenken, die weer kinderen kan voortbrengen om de plaats van de overledene in te nemen.
Advocaat Barney Afako twijfelde niet aan de schuld van het LRA voor de grove misdaden. Maar opllossing zoeken voor zo’n gewelddadig conflict is ingewikkeld. Afako ontmoette in het noorden van Oeganda de moeder van Raska Lukwiya, één van de vijf door het ICC aangeklaagde LRA-leiders. Raska, vermoedelijk inmiddels dood, was een jongeman toen hij aan het begin van de oorlog door het LRA werd ontvoerd. Zijn moeder begreep er niets meer van. Ze zei: “Mijn zoon werd me door het LRA ontstolen. En nu wil het ICC hem arresteren wegens oorlogsmisdaden? Staat de wereld op zijn kop?”