Als de Soedanese president Omar al-Bashir tijdens rally’s wild met zijn stok zwaait klinkt daarbij de stem van een commandant. „Laten de ratten teruggaan naar hun holen”, riep hij onlangs over de duizenden Soedanezen die sinds december hardnekkig tegen hem demonstreren. De ex-paratroeper Bashir is een rasechte militair, trots en opvliegend, wiens heerschappij sinds 1989 in het teken staat van oorlogen. De al maanden durende protesten hebben hem verzwakt maar niet minder strijdlustig gemaakt.
Bijna dagelijks gaan Soedanezen de straat op. Nooit eerder duurde het protest zo lang en vormden de betogers zo’n bont gezelschap. Niet alleen jonge digitale activisten – alle leeftijdsgroepen zijn onder de betogers. De oude politieke partijen van vóór Bashirs coup in 1989 doen mee, evenals afvallige conservatieve Moslimbroeders uit Bashirs partij.
De opstand – sommigen noemen het al een revolutie – begon in de noordelijke stad Atbara, verspreidde zich naar het oostelijke Gedaref en vandaar over 15 van de 18 deelstaten.
Volksoproer hoort bij het machtsspel in de Soedanese politiek. Protesten leidden in 1964 en in 1985 tot de val van de regering; toen namen inwoners van hoofdstad Khartoum de leiding, nu sloten zij zich pas later aan. Het aanvankelijke protest betrof de verdriedubbeling van de broodprijs, maar al snel klonk de roep voor Bashirs aftreden en gingen kantoren van de regeringspartij in vlammen op.
Lemen huisjes
Bashir benadrukt graag zijn eenvoudige komaf. Geboren in 1944 in het uit lemen huisjes bestaande dorp Hosh Bannaga aan de oostoever van de Nijl, 150 kilometer ten noorden van Khartoum, hielp hij zijn vader op de familie-akker. Te arm om te studeren werkte hij in de bouw en droeg cementzakken, waarbij ooit een tand uit zijn mond werd geslagen. Met genoegen vertelde hij op bijeenkomsten hoe hij in het leger weigerde een zilveren implantaat te laten plaatsen – hij wilde het ongelukje nooit vergeten.
Na de militaire academie ging hij in 1967 in het regeringsleger en vocht uit solidariteit met Egypte tegen Israël. Als jonge officier sloot hij zich aan bij het regiment van parachutisten en werd lid van de gewapende arm van de Moslimbroeders in het nationale leger. Die factie greep in 1989 de macht van de burgerregering van premier Sadik el Mahdi en schoof Bashir naar voren als leider.
De bedoeling was dat zijn rol die van stroman zou zijn van Moslimboederschap-leider Hassan al Turabi, de architect van de staatsgreep. De gebrekkig opgeleide Bashir voelde zich ongemakkelijk onder intellectuelen en politici. In tien jaar duwde hij op listige wijze de islamitische geleerde Turabi naar de zijlijn. Zijn gebrek aan populariteit onder politici en andere hoger opgeleiden compenseerde hij met een charme-offensief bij de strijdkrachten. Zelfs in zijn privéleven dient hij de militaire zaak. De kinderloze Bashir huwde in 2001 een tweede vrouw, de weduwe van de minister van Defensie, en moedigde alle Soedanezen aan met weduwen van oorlogshelden te trouwen.
Het sinds 1956 onafhankelijke Soedan was altijd in oorlog, militair bestuur is er de regel. Zijn hele regeerperiode voerde Bashir oorlog: eerst tegen de Zuid-Soedanezen (in 2011 onafhankelijk), toen tegen de opstandelingen in de westelijke regio Darfur, nu tegen rebellen in de Nubabergen. Burgerprotesten sloeg hij met geweld neer, zoals in 2013 toen 200 betogers werden doodgeschoten. Sinds december vorig jaar vielen er volgens activisten al 50 doden.
Bashir is een meester van overlevingskunst. Behendig speelt hij in op regionale en internationale geschillen, telkens hielpen staten in het Midden-Oosten hem uit de financiële penarie. In 2013 nodigde hij de president van Iran uit en kreeg hij financiële en militaire steun van Teheran. Al na twee jaar liep hij over naar de alliantie onder leiding van Saoedi-Arabië die Irans invloed juist wil inperken. Tijdens bedeltochten in de afgelopen weken naar Qatar en Egypte werd duidelijk dat de Arabische wereld hem niet laat vallen, hoewel die steun nog niet werd omgezet in een geldinjectie in de zo goed als failliete Soedanese staat.
Steun uit de regio en van het eigen veiligheidsapparaat bepalen of Bashir kan blijven zitten. Hij maakte met zijn streng-islamitische beleid de traditioneel tolerante Soedanese samenleving kapot en creëerde een politiestaat.
Machtige geheime dienst
De invloed van Soedans machtige geheime diensten reikt tot in alle buurtraden: elk dissident geluid wordt waargenomen. Gewone strijdkrachten werden aangevuld met milities die Bashir tot in de dood trouw zijn. Zijn presidentschap wordt gestut door een patronagenetwerk van generaals, militiestrijders en zakenlui – daarom is de val van de regering zoveel moeilijker te bewerkstelligen dan bij vorige volksopstanden. Twee keer de laatste weken betuigden generaals Bashir publiekelijk hun trouw.
Aftreden zou ook ingewikkeld zijn. Het Strafhof vaardigde in 2009 een internationaal arrestatiebevel uit wegens oorlogsmisdaden in Darfur. Die beschuldiging beschouwt Bashir als een diepe belediging door een „westerse imperialistische rechtbank”. Hij bleef vrijuit rondreizen in grote delen van Afrika en het Midden-Oosten. De vraag is hoeveel bescherming regeringsleiders hem nog bieden als hij president af is.
De Soedanees-Britse miljardair Mo Ibrahim stelde onlangs zelfs voor de aanklachten maar in te trekken – als aanmoediging aan Bashir het presidentschap op te geven.
Foto: Bashir bij de onafhankelijkheid van Zuid Soedan in 2011 Foto Petterik Wiggers