De Somalische terreurgroep Al Shabaab buit op handige wijze tegenstellingen in Kenia uit. Een aanval op een lux winkelcentrum in Nairobi waar de meerderheid van de bevolking in armoede leeft, of een aanval op een dorp van christelijke kolonisten in een achtergesteld moslimgebied, of een aanval op een universiteit met christelijke studenten in een streek van etnische Somaliërs die een hang naar afscheiding koesteren: Al Shabaab zoekt slim haar strategische doelen. In Kenia hebben steeds meer Kenianen zich bij de van oorsprong Somalische groep aangesloten en sinds enkele weken voert Al Shabaab niet alleen terroristische aanslagen uit maar past ze een guerrillatactiek toe door korte tijd dorpjes te bezetten en in de moskee te prediken.
Lamu
In het weerbarstige landschap in het islamitische noorden en oosten van Kenia groeien geen bomen die beschutting bieden. Een verzengende wind waait over dikke doornige struiken. Deze arme streek is een vruchtbare voedingsbodem voor de terreurgroep Al-Shabaab. Bij het stadje Mpeketoni in de kuststreek verandert het geelbruin in felgroen. Het stekelige struikgewas maakt plaats voor weelderige papajabomen, bananenplantages en maïsvelden van een duur irrigatieproject.
Strijders van Al-Shabaab buiten de welvaartstegenstelling behendig uit. ,,Dit land behoort aan moslims, niet aan christelijke kolonisten”, riepen ze toen ze vorig jaar juni dagenlang huishielden in Mpeketoni en omliggende dorpjes. ,,Allahu akbar, God is groot. Voor iedere christen een kogel”, riepen ze. Een zestigtal inwoners werd gedood, sommigen werden onthoofd.
In april sloeg het Somalische Al-Shabaab opnieuw toe in het noorden van Kenia. Op de campus van de universiteit van de stad Garissa, de toegangspoort tot het noordoosten, werden 142 christelijke studenten vermoord.
Met elk bloedbad opnieuw probeert Al-Shabaab bestaande spanningen tussen gemeenschappen in Kenia aan te wakkeren. Over de lijnrechte straten van Mpeketoni rijden tractoren. De nederzetting herbergt banken, garages en een prachtig ziekenhuis. In de omgeving wonen 50.000 kolonisten, behorend tot de Kikuyu, de grootste stam van Kenia. Veertig jaar geleden, onder de eerste president Jomo Kenyatta, verhuisden deze christelijke boeren vanuit de hooglanden van Kenia naar de islamitische kuststreek. Vorig jaar had Al-Shabaab het op hen gemunt.
Priester James Kamau maakte de aanval van dichtbij mee. ,,Veel Kikuyu-boeren vluchtten naar hun geboorteplaatsen, honderden kilometers verderop in het binnenland. Al-Shabaab slaagde erin de kolonisten en de oorspronkelijke bewoners tegen elkaar op te zetten”, zegt hij.
Een uur reizen van Mpeketoni ligt in een archipel het eilandje Lamu. De moderne geschiedenis van Kenia drukt zwaar op deze enclave. Na de onafhankelijkheid in 1964 werden de moslims van de kust met hun lichtere tint en Arabische trekken plotseling onderdeel van een natie met een christelijke meerderheid.
,,Ze hebben altijd een streepje voor gehad, die kolonisten in Mpeketoni”, moppert Hussein Almaawy, hoofd van de traditionele raad van ouderen op het dorpsplein van Lamu. Hij wrijft over zijn bijna blinde ogen en mond zonder tanden en vervolgt: ,,Mijn voorvaderen arriveerden lang geleden uit het Midden-Oosten maar de overheid verstrekte mij nooit grondrechten. En waarom gaf de regering ons de schuld van de aanslag in Mpeketoni en zette ze enige tijd onze gouverneur gevangen? Alleen omdat we moslims zijn, zijn we verdacht!”
,,De overheid wantrouwt ons moslims, ze begrijpt ons niet”, klaagt ook imam Mohammed Abulkadir als hij door de nauwe steegjes naar zijn kleine moskee slentert, een van de vijftig in de oude stenen stad. ,,Uit wraak verstrekken de autoriteiten ons sinds de aanval op Mpeketoni geen identiteitsbewijzen meer. Onze jeugd haat de regering, zij duwt de jongeren richting Al-Shabaab”.
Al-Shabaab buit de sociale en regionale problemen van Kenia uit. Met de aanval op het luxe winkelcentrum Westgate in de hoofdstad Nairobi in september 2013 benadrukte ze de kloof tussen arm en rijk. In de regio rond Garissa, waar de universiteit werd aangevallen, wakkert Al-Shabaab oude tot de jaren zestig teruggaande afscheidingsgevoelens aan onder etnische Somaliërs in Kenia. En in Lamu verklaarde Al-Shabaab zich solidair met de bevolking die vecht tegen de teloorgang van haar eeuwenoude islamitische cultuur.
De handelsstad met antieke huizen van koraalstenen dateert van rond 1200. Westerse toeristen waren de eerste indringers in de conservatieve cultuur. Anderen volgden. Door de aanleg van een diepzeehaven, een oliepijplijn, snelwegen en een spoorlijn naar Zuid-Soedan en Ethiopië zal de oude beschaving binnenkort ten onder gaan. Honderdduizenden arbeiders uit het binnenland gaan in de nieuwe haven werken. De kustbewoners voelen zich steeds meer vreemdeling in eigen land. ,,Onze rijkdom is van het verleden”, zegt gouverneur Issa Timamy bedroefd. ,,Binnenkort zijn we een minderheid in ons eigen woongebied. Ons probleem is nu dat Al-Shabaab de ontstane fricties gebruikt. De groep wil dat wij de christenen uit de binnenlanden gaan vermoorden. We moeten de strategie van de terreurgroep doorgronden om ze effectief te kunnen bestrijden.”
In Kenia, een land met vele religies, rassen en stammen, toont de bevolking zich doorgaans tolerant. De religieuze spanningen na de aanval op Mpeketoni werden bedaard door verzoeningsinitiatieven van kerk- en moslimleiders. Maar iedereen blijft op zijn hoede, voor nieuwe terreur maar ook voor nieuwe maatregelen van de overheid die moslims discrimineren.
In het kielzog van de binnenlandse kolonisten kwamen op verzoek van Jomo Kenyatta destijds de kerken naar de kust. Aan de kade van Lamu staat een katholiek kerkje. Bij de ingang staat geschreven: ‘Maria, de moeder van Jezus’ en niet zoals gebruikelijk ‘Maria, de moeder van God’. Priester Anthony schrijft op zolder zijn preek. ,,We willen de moslims niet op stang jagen door de enige God op te eisen”, legt hij uit. ,,We moeten op eieren lopen.”
Dit stuk verscheen in NRC Handelsblad op 26-6-2015