Op donderdagavond 25 oktober heeft er een aanslag plaatsgevonden op Congolese dokter Denis Mukwege Mukengere(57). Hij bleef ongedeerd, maar zijn huisbewaker kwam om het leven. De daders zijn onbekend. Mukwege Mukengere behandelt in zijn kliniek Panzi in Bukavu jaarlijks honderden verkrachte vrouwen. Ook is hij een activist en droeg hij zijn steentje bij aan rapporten van mensenrechtenorganisaties. Verkrachters voelden zich door zijn werk bedreigd: hij had vele vijanden in Congo. Hij werd verscheidene malen voorgedragen voor de Nobelprijs van de vrede.
Een verhaal in september 2007 over zijn werk in Bukavu. In het tweede artikel van september 2012 staat Denise Siwatula(31) centraal, een jonge advocate die recht probeert te krijgen voor de slachtoffers.
Dokter Denis Mukwege Mukengere in Panzi hospital
De 28-jarige Mugoli is in vier jaar tijd driemaal verkracht, de laatste keer drie maanden geleden. Heel even vertoont haar gezicht emotie. “Wat gebeurt er na mijn dood met mijn twee overgebleven kinderen”? vraagt ze. Mugoli raakte zwanger en besmet met het aidsvirus.
Verkrachting is een oorlogswapen in Congo, al ruim dertien jaar lang. Het einde aan de twee grote oorlogen (tussen 1996 en 2003) en de eerste vrije verkiezingen in ruim veertig jaar tijd hebben daar niets aan veranderd. De gewapende anarchie in de twee oostelijke provincies Noord- en Zuid-Kivu en de verkrachtingen gaan onverminderd voort. Vorig jaar meldden zich 13.000 vrouwen bij klinieken in de twee provincies, maar het ware aantal verkrachtingen ligt vele malen hoger, omdat de meerderheid van de vrouwen zich uit schaamte niet meldt.
Mugoli zocht medische zorg in het ziekenhuis Panzi in de oostelijke stad Bukavu. “De strijders bonkten rond middernacht op de deur in ons dorpje Kalehe”, vertelt ze over een van haar verkrachtingen. “Ze drongen binnen en sneden mijn man en twee van mijn kinderen de keel door. Ik moest in hun bloed gaan liggen, ze grepen mijn armen en vele malen drongen ze bij me binnen”. Naast haar op de ziekenzaal ligt de zeventienjarige Fourah Kadende. “Ze sleurden me de bossen in en urenlang gingen de strijders met me tekeer. Daarna begonnen ze hun geweerkolven bij me naar binnen te duwen”. Haar onderlichaam is zodanig beschadigd dat ze haar behoefte niet meer kan doen.
Het Panzi-ziekenhuis ontvangt elke maand 350 verkrachte vrouwen die chirurgische behandeling nodig hebben, sinds het ziekenhuis acht jaar geleden werd geopend waren dat er 14.615. Meisjes, jonge en oude vrouwen, allen zijn doelwit. Buiten de ziekenzalen zitten tientallen emotieloos onder de bomen in de rode aarde. Doffe ogen, geen sprankje licht. Een glimlach bestaat hier niet. Afrikanen kunnen uitstekend met emoties omgaan, van bruiloften tot begrafenissen dansen en zingen ze op hun gevoelens. Maar deze vrouwen zijn te diep geraakt, het opgelopen trauma blokkeert elke klaagzang.
Dokter Denis Mukwege Mukengere loopt haastig over de ziekenzalen. Hij heeft zojuist een jongetje van zeven jaar geopereerd. “De strijders kwamen zijn moeder verkrachten”, zegt Mukwege Mukengere, “maar zij wist te ontsnappen. Toen grepen ze het jochie en roosterden hem boven het vuur in de keuken”. De jongen heeft geen billen meer, alleen stompjes vlees met gerafelde lichtgekleurde huid, zonder anus. “Ik begrijp het geweld ná de verkrachtingen niet”, zegt dokter Mukwege Mukengere. “Waarom verminken ze kinderen, waarom steken ze messen, stokken, vorken, geweren en andere harde voorwerpen in de vagina nádat ze hebben verkracht”?
Mukengere geeft iets later zelf het antwoord op zijn vraag: “Ze doden hun slachtoffers nooit, want het doel van de verkrachting is om het slachtoffer te vernederen. Daarom moeten de echtgenoten en kinderen vaak toekijken, daarom gebeurt het in alle openheid. De leiders van de strijders geven de opdracht. Het is een zeer effectieve oorlogsstrategie. Dorpsbewoners slaan op de vlucht, de vrouwen durven zich niet meer te laten zien op de akkers en de mannen raken zo aangeslagen dat elke gedachte aan verzet verdwijnt”.
Oost-Congo kent vele gewapende groepen en alle strijders maken zich op grote schaal schuldig aan verkrachting. Het regeringsleger en de politie, die in het oosten alleen de controle hebben over hoofdwegen en steden, zijn afgaand op de vrouwen die zich bij klinieken durven melden vermoedelijk de hoofdschuldigen. De slachtoffers in het Panzi-ziekenhuis beschuldigen de strijders die in 1994 na de genocide in Rwanda naar Congo vluchtten. Verder zetten de krijgers van de occulte Mai Mai-bewegingen seksueel geweld in.
Dokter Mugwege Mukengere begon aan de verwondingen van de slachtoffers te herkennen wie de daders waren. Elke gewapende groep heeft zijn eigen methode. De opstandelingen uit Burundi die in Congo waren gelegerd deden aan mannenverkrachting. Een andere groep dwingt de vrouwen na de verkrachting op vuur te zitten, en weer andere strijders binden de slachtoffers na de verkrachting enkele dagen vast zodat ze invalide worden. Welke soort verkrachting bij welke groep past wil Mukengere niet vertellen. Dan lopen wij dokters gevaar, dan komen ze wraak nemen. Vroeger werkte de kliniek daarom ondergronds, om wraakacties te voorkomen.
En dokter Mugwege Mukengere, hoe lang kan hij deze gruwelijkheden zelf nog verwerken? “Met deze terreur begin je soms het onaanvaardbare te accepteren. Soms huil ik en wil ik mijn koffers pakken om nooit meer in Panzi terug te komen. Of ik word overvallen door een angstaanval en bel naar huis om te informeren of mijn dochters veilig zijn”. Mukengere wordt geroepen voor de volgende operatie. “Maar als ik dan na een operatie zie hoe dankbaar een slachtoffer kan zijn dat er nog iemand om haar geeft, dat iemand haar een beetje menselijkheid heeft kunnen teruggeven, dan besluit ik weer door te gaan met mijn werk”.
Advocate Denise Siwatula in Shasha
Met een bananenblad schoont Isabelle Nyahotse (17) de billen van haar baby en doet haar een nieuwe plastic zak om. „Lachen doe ik niet meer”, zegt ze met een gezicht zo grauw en hard als de lava die de omringende vulkanen over het landschap uitspuwden. „Ik word gek van de rechtszaak over mijn verkrachting, er komt geen einde aan.”
Denise Siwatula (31) is haar advocaat. Ze trekt haar mantelpakje recht en gaat onder het rieten afdakje naast Isabelle in het zand zitten in het dorpje Shasha, op 50 kilometer van de regionale hoofdstad Goma in Oost-Congo. „Hou vol”, moedigt ze Isabelle aan. „We moeten je verkrachter in het gevang krijgen, ten minste voor vijf jaar.” Ze wil een voorbeeld stellen, om een einde te maken aan de rechteloosheid in Congo, waar na een periode van relatieve rust de oorlog weer is opgelaaid.
Veertien maanden geleden werd Isabelle in een maïsveld verkracht door Bomboiki, een oudere leerling op haar school. Toen bleek dat ze zwanger was, stapte hij naar haar ouders om met haar te trouwen. Ze weigerden. Toen begon de gerechtelijke martelgang van Isabelle. Enkele dagen later moest ze zich plots bij de politie van Shasha melden. „De agenten lieten me een handtekening onder een papier zetten”, vertelt ze. „De volgende dag paradeerden ze met een jongen voor me en vroegen ze of hij de dader was. Maar hij was het niet. Daarna gooiden ze mij in het gevang.”
Isabelle had in haar onwetendheid een verklaring ondertekend waarin ze een onschuldige jongen aanwees als de dader. „Dat is de eerste leugen om een verkrachtingszaak te frustreren”, legt advocaat Siwatula uit. „Bomboiki heeft een vriend bij de politie in Shasha. Samen werkten ze het plan uit om Isabelle een valse verklaring te laten afleggen. Maar zo makkelijk laat ik me niet verslaan, ik ken de trucjes.” Siwatula lacht hartelijk en er verschijnen kuiltjes in haar wangen. „We zijn er toch in geslaagd een zaak tegen Bomboiki te beginnen in Goma.”
Bij Siwatula’s burgergroep SFVVS (Synergie des Femmes pour les Victimes de Violences Sexuelles) ter ondersteuning van verkrachte vrouwen worden jaarlijks 700 tot 900 zaken aangemeld voor juridische en psychiatrische assistentie, een fractie van het totale aantal verkrachtingen in Oost-Congo. Dit jaar heeft Siwatula pas zeven zaken gewonnen.
Bij Heal Africa, een andere ondersteuningsgroep, meldden zich in de eerste vier maanden van dit jaar 2.517 verkrachtingsslachtoffers, onder wie 178 mannen. Bijna 29 procent is minderjarig. „Seksueel geweld neemt verder toe sinds het oplaaien van de oorlog. Het stelt me soms teleur hoe weinig resultaat ik boek. Maar als ik dan iemand als Isabelle ontmoet, vat ik weer moed.”
De muiterij van een groep Congolese militairen in april luidde een nieuwe gevechtsronde in Oost-Congo in, dat sinds de genocide in Rwanda in 1994 in een bijna permanente staat van oorlog verkeert. Straffeloosheid bevordert de Congolese chaos, verkrachting is niet de enige onbestrafte misdaad. Politici stelen ongehinderd van de staat. De overheid betaalt geen salarissen, of die ‘raken zoek’, dus vragen leraren smeergeld aan de ouders. Een politieagent accepteert geen aangifte zonder ‘motivatiegeld’. Een journalist betaalt de ambtenaar van de geheime dienst om niet gearresteerd te worden. Militairen zonder soldij plunderen en militiestrijders verkrachten.
De straffeloosheid beïnvloedt het gedrag van burgers. Siwatula: „We zien steeds meer verkrachtingen door burgers, het betreft nu meer dan de helft van alle gemelde gevallen. Jongens denken ‘als de strijders het mogen doen, dan kunnen wij het ook’. Militiestrijders gaan vrijwel altijd vrijuit. Congolezen raken vergiftigd door het oorlogsgeweld.”
Zeven keer reisde Isabelle in de afgelopen maanden naar Goma voor een zitting van haar rechtszaak. Alle keren tevergeefs. De eerste keer verdaagde de rechter de zaak toen hij zag dat Siwatula de advocaat was. „Ik werk voor een burgergroep en de rechter weet dat er aan ons weinig te verdienen valt.” Op de volgende zitting kwam de dader niet opdagen, daarna bleek haar dossier ‘verdwenen’. Vervolgens vroeg de rechter om motivatiegeld, maar ze kon niet opbieden tegen haar verkrachter. Tijdens de laatste zitting zei de politie geen onderzoek te kunnen doen zonder een ‘donatie’.
Siwatula zucht. „Als de staat geen gerechtigheid biedt, dan koop je recht met smeergeld. In Congo is dat algemeen geaccepteerd.” Zo was het onder de kleptocratische president Mobutu Sese Seko (1965-1997) en zo is het gebleven onder president Joseph Kabila (sinds 2001). De gewelddadigheden maakten het allemaal nog erger. Na 1994 daalde de ideologie van de genocide uit de bergen van Rwanda af naar de bossen van Oost-Congo. „Wij Congolezen zijn beesten geworden door de oorlog”, zegt Siwatula. „Sinds de Rwandese milities bij ons zijn neergestreken, leven we niet meer vreedzaam samen. Vroeger gaven traditionele stamleiders of rechters je straf voor misdaden, nu weet niemand meer wat goed en kwaad is.”
Shasha telt evenveel dorpsbewoners als ontheemden. Sinds de opstand van muitende militairen zijn in Oost-Congo opnieuw honderdduizenden burgers op de vlucht geslagen. De noodsituatie is permanent, mensen zijn altijd op de loop voor roof, verkrachting en geweld.
Tot welke gewapende groep behoren de daders? De ontheemde vrouw Mariam Mwamimi in Shasha haalt haar schouders op. „Wat doet het er toe hoe ze heten? Ze komen ons doden en verbranden onze huizen. De milities hebben altijd weer andere namen”, zegt ze. Alle groepen, ook het regeringsleger, maken zich schuldig aan misdaden. Er kan een chartervlucht van Oost-Congo naar het Internationale Strafhof in Den Haag worden gevuld met oorlogsmisdadigers.
Tegen de stroom in gaat Siwatula door met haar werk, volgende week is er weer een zitting van Isabelle’s rechtszaak. Isabelle wil terug naar school, waar haar verkrachter Bomboiki inmiddels onderwijzer is. Ze knuffelt haar baby. „Ik houd van haar, ze is helemaal alleen van mij”. Ze noemde haar dochter Maombi, Kiswahili voor Gebed.