UncategorizedDe dolende zielen van Soedan na 500 dagen uithongering van El Fashir

De dolende zielen van Soedan na 500 dagen uithongering van El Fashir

Reading Time: 4 minutes

Een gerafelde horizon, stukken puin die als rotte tanden uit de grond steken en vluchtelingen die op wandelende skeletten lijken. Zo herinnert de Soedanese kunstenaar Adlan Yousif (33) zich zijn geboorteplaats Al-Fashir, in de westelijke regio Darfur.

Vanuit zijn ballingsoord, in de Keniaanse hoofdstad Naïrobi, wijst hij op een metalen kunstwerk dat de gemartelde stad uitbeeldt. Met veren, bouten, bougies, buizen en scharnieren brengt Adlan die tragedie tot leven. „Sommige mensen noemen me de metalen duivel.”

Al ruim vijfhonderd dagen wordt Al-Fashir belegerd en uitgehongerd. De stad is uitgegroeid tot symbool van het humanitaire drama in Soedan. Zo’n 260.000 burgers – de helft van hen kinderen – zijn volledig ingesloten door de paramilitaire Rapid Support Forces (RSF). Al-Fashir is de laatste stad in Darfur die nog wordt beheerst door het Soedanese regeringsleger, dat wordt gesteund door een coalitie van voormalige rebellengroepen.

Sinds 2023 voeren de RSF oorlog tegen het regeringsleger, waarvan ze vroeger een bondgenoot waren. Ze blokkeren elke vorm van hulp, waardoor duizenden kinderen kampen met acute ondervoeding. Ziekenhuizen worden beschoten, markten en vluchtelingenkampen herhaaldelijk aangevallen. Artsen Zonder Grenzen sprak in een in juli verschenen rapport van een „etnisch gemotiveerde en genocidale” belegering. De VN noemt Al-Fashir een „epicentrum van kinderleed”.

Journalist Ahmed Mohamed Abdalla (30) legt die ramp vast op beeld. Enkele maanden geleden ontvluchtte hij Al-Fashir. Nu verblijft hij, samen met een half miljoen andere inwoners, in Tawilah, een stadje zo’n zestig kilometer ten westen van de belegerde stad. „Dagelijks interview ik families die uit Al-Fashir arriveren”, zegt hij aan de telefoon. „De situatie, zowel in Al-Fashir als in Tawilah, is een ronduit onmenselijke misère. Het is verschrikkelijk.”

Dolende zielen

In juni werd een VN-konvooi van vijftien vrachtwagens met voedsel op weg naar Al-Fashir gebombardeerd. Wat daarna overbleef, is geplunderd. Handelaren durven de markt niet meer op. De prijs van gierst is 25 keer hoger dan normaal en inwoners eten diervoeder om te overleven. Dagelijks sterven mensen van de honger.

De RSF richten hun aanvallen niet alleen op burgers, maar ook op medische posten die al overstelpt zijn met gewonden, en op markten en soepkeukens van vrijwilligers. Medicijnen zijn even schaars als hulpverleners.

Een van de honderdduizenden mensen die zich ophielden in ontheemdenkampen rond Al-Fashir is Mona Idris (30). Zij maakte van dichtbij mee hoe de militie in maart het nabijgelegen Zamzam-kamp aanviel. „De RSF-soldaten doodden iedereen die ze tegenkwamen”, zegt ze telefonisch. „Ik greep mijn twee dochters, rende naar het huis van een buurvrouw en verstopte me in haar schuilkelder. Wie ziek of gewond was, werd ter plekke vermoord, omdat de RSF dachten dat zij tot de Joint Forces behoorden [rebellengroepen die het regeringsleger steunen]. Toen ik uit de schuilplaats kroop, zag ik mijn huis in vlammen opgaan.”

Kunstenaar Yousif wrijft over zijn gezicht, dat altijd droevig lijkt. „Als ik iets hoor, ontstaan er meteen beelden in mijn hoofd”, zegt hij, terwijl hij wijst naar een sculptuur met halve gezichten van vrouwen. De barsten en breuken in die gezichten staan voor trauma’s die nooit verdwijnen, opgelopen door seksueel geweld. „Dit zijn de dolende zielen, gedragen op de schouders van roest en herinneringen,” legt hij uit. „Schroot in zijn meest basale vorm stelt me in staat deze tragedie tot uitdrukking te brengen, door dit harde, roestige en koude materiaal te vormen tot een expressieve, poëtische vorm.”

Seksueel geweld

Op de vluchtroute uit Al-Fashir documenteerde fotojournalist Abdalla gevallen van seksueel geweld tegen vrouwen en meisjes die via deze routes reisden. „Ook moesten mannen die bij versperring niet konden betalen gedwongen op akkers van de RSF werken”.

Ook in Tawilah vinden de vluchtelingen amper verlichting. Er is te weinig voedsel en water, en cholera grijpt om zich heen. „Ik ben ziek, ik heb overal pijn,” klaagt Mona Idris. „Mijn dochtertje Nuseiba is ook ziek, ze heeft last van diarree. Sinds mijn aankomst in Tawilah ben ik nog niet bij een dokter geweest. Ik kan geen medicijnen kopen, ik heb geen geld. Soms kan ik niet slapen. Mijn dochter kan ook niet slapen.”

Sommige Soedanezen proberen via Darfur verder naar het noorden te vluchten, naar Libië en uiteindelijk over de Middellandse Zee. Maar die route leidt vaak tot een nieuwe tragedie. Kunstenaar Adlan verbeeldt dat in een installatie: een ruimte vol koffers die aan draden hangen. „Dat zijn herinneringen. Wanneer Soedanezen op zee verdrinken, is dit het enige wat achterblijft: koffers die op de golven dansen. En als je niets anders meedraagt dan herinneringen, worden herinneringen een vervanging voor het vaderland, metaal een vervanging voor het lichaam en expressie een vervanging voor het uitschreeuwen van verdriet.”

Ooit schilderde hij in bonte kleuren. Maar sinds in 2023 de oorlog in Soedan uitbrak en ook hem op de vlucht joeg, werkt hij alleen nog met hard metaal. „Als we ooit genezen van al het verdriet om ons heen, kan ik misschien weer gelukkig zijn. En weer kleuren gebruiken. Maar wanneer dat zal zijn, weet ik niet. Ik zie nog steeds elke dag zoveel slechte dingen.”

Dit stuk verscheen eerder in NRC op 1-9-2025. Kunstwerken van Adlan Yousif

Koert Lindijer
Koert Lindijer
Koert Lindijer has been a correspondent in Africa for the Dutch newspaper NRC since 1983. He is the author of four books on African affairs.

Leave a reply

Please enter your comment!
Please enter your name here

Laatste artikels

Gerelateerde artikelen

Geverifieerd door MonsterInsights