De Keniaanse winkelketen Nakumatt is meer dan zomaar een supermarkt. Nakumatt (‘U heeft het nodig, wij hebben het!’) stond de afgelopen jaren symbool voor de groeiende consumptie in Kenia en modernisering van het land. Het bedrijf liftte mee op de golf van optimisme over de opstanding van een Afrikaanse middenklasse. Nu dreigt er een einde te komen aan die voorspoed. Het bedrijf heeft 150 miljoen dollar schuld aan leveranciers die daarom niet meer leveren en dat leidt tot lege schappen in sommige winkels. Dat roept de vraag op of de grootste supermarktketen van Oost-Afrika in de gevarenzone is beland.
Het beeld doemt op dat Nakumatt zich heeft verslikt in de euforie van Afrika’s groei. De winkelketen heeft te gretig gegokt met uitbreiding van filialen in de regio, en krijgt daar nu de rekening voor gepresenteerd. Het opende de afgelopen jaren 43 winkels in Kenia en negen in Oeganda, vier in Tanzania en twee in Rwanda en werd de marktleider in Oost-Afrika. Drijvend op eenzelfde soort optimisme werkte in die periode bijvoorbeeld ook Kenya Airways aan forse uitbreiding, kocht nieuwe toestellen en raakte in de schulden. Met de teruglopende groei in China bleken de routes van Afrika naar Azië minder winstgevend. Nestlé, het grootste voedingsmiddelenbedrijf ter wereld, sneed vorig jaar 15 procent in zijn arbeidskrachten in 21 Afrikaanse landen omdat naar eigen zeggen het concern de omvang van de Afrikaanse middenklasse had overschat. Ook Nakumatt wordt genekt. Dat komt door enkele tegenvallers, zoals de terroristische aanval op Westgate in 2013 waar Nakumatt een filiaal had, maar toch vooral omdat de middenklasse minder besteed dan verwacht.
Nakumatt opende in 1987 in de stad Nakuru haar eerste supermarkt. Tot dan had ze zich geconcentreerd op de verkoop van matrassen, vandaar de naam Nakumatt. Kenia had toen nog een kleine economie, ver verwijderd van de trends in het wereldwijde consumentisme. Kenia had nog geen haast. De bevolking dronk geen koffie want ze was niet gejaagd en ze hunkerde niet naar Australische honing, Franse kaas en Chinese noedels want ze had geen weet van die producten. Een basale maaltijd van maïsmeel en spinazie voldeed. In dat internetloze tijdperk wisten weinigen van de laatste automodellen en de laatste mode. Nakumatt maakte een einde aan die maagdelijke onnozelheid.
Van maïsmeel tot fietsen, van melk tot tv schermen, van Turkse tapijten tot Italiaanse keukens, in lange lichte gangen staat alles overzichtelijk uitgestald. In door files geplaagde steden verschaffen de winkelcentra van Nakumatt de consument een soort vrijheid door hun ruime parkeermogelijkheden. Bij een gezellig dagje uit voor een middenstandfamilie hoort een bezoek aan Nakumatt.
Het Amerikaanse concept van groothandelaren in consumentisme, eerder al overgewaaid naar Zuid Afrika, had Kenia bereikt. De rond de eeuwwisseling begonnen economische opleving gaf de supermarktketen de wind in de rug.
De groei van de Afrikaanse economieën zette in na 2000, als gevolg van hoge grondstofprijzen, economische hervormingen en de grootse entree van China en andere Aziatische landen. Tussen 2000 en 2010 groeiden de economieën van alle Afrikaanse staten tezamen met 5,4 procent, wat leidde tot de leuze ´Africa rising”. Tussen 2010 en 2015 viel de groei echter terug naar gemiddeld 3,3 procent en de verwachtingen op korte termijn vallen nog lager uit. Dat heeft nu effect op bedrijven die al te stormachtig gingen uitbreiden.
De recente cijfers over de teruglopende groei in Afrika geven overigens een vertekend beeld. Vooral grondstofproducerende landen als Nigeria, Zuid-Afrika en Libië drukken het gemiddelde groeipercentage van Afrika naar beneden. Kenia en Oeganda bijvoorbeeld, beide afhankelijk van landbouwproducten en met nog een kleine industrie, groeien dit jaar naar verwachting vier tot vijf procent. De positieve prognoses zijn onder meer gebaseerd op de jonge bevolking (60 procent is beneden de 25 jaar), want de jeugd consumeert nu eenmaal graag nieuwe en dure artikelen.
In Afrika blijft het jeugdige vertrouwen in de toekomst groot. Nieuwe consumentenpaleizen verschijnen. Naast Nakumatt wierp in Nairobi sinds kort ook het Franse Carrefour zich in de competitie, evenals het Amerikaanse Wallmart. De Kenianen kijken hun ogen uit, want ieder winkelcentrum blijkt weer luxer dan het andere.
Vragen blijven bestaan over de duurzaamheid. Wat is nu eigenlijk de bijdrage van dit soort super-de-luxe winkelcentra aan de opbouw van een zelfstandige economie? Talrijke producten komen uit het buitenland. Voornaamste winstpunt is de geschapen werkgelegenheid. Of de Afrikaanse versie van het concept van consumentisme financieel haalbaar is, zal het geplaagde Nakumatt nu met een hervormingsprogramma moeten aantonen.